Sinds twee jaar kunnen we ons in Surhuisterveen op maar liefst twee plaatsen te goed dan aan oliebollen en andere heerlijke delicatessen. “Weet jij waar ze het lekkerst zijn?”, zo wilde ik weten toen we er eens langs wandelden. Tja, de een zegt hier en de ander daar, dus daar hebben we geen antwoord op. We besluiten de lekkernij zelf aan een test te onderwerpen, we zoeken het zelf wel uit.
En dus ga ik op deze behoorlijk frisse decembermiddag naar twee oliebollenkramen en haal een setje gebakken deegbollen. “Wil je ze warm?”, zo vraagt de verkoper van kraam A. “Want dan zijn ze veel lekkerder.” Natuurlijk ga ik akkoord en met een beetje suiker er overheen fiets ik naar kraam B waar ik ook een setje koop. Deze worden ietwat koeler en zonder verdere vragen in een zakje gedaan met eveneens wat suiker erbij.
Ik heb al uitgezocht dat bij de jaarlijkse oliebollentest van het Algemeen Dagblad de oliebollen honderd keer getest worden, dus dat belooft wat voor de komende tijd. Bij deze eerste editie letten we in ieder geval op de consistentie, de knapperige buitenkant en vetgehalte. Natuurlijk is de smaak daarnaast een van de belangrijkste testonderdelen.
Oliebol B proeft ietwat zouter en bij die van A is de nasmaak weer meer aangenaam. De geur van B is net iets genoeglijker dan A, terwijl de consistentie van A net iets kleffer is dan B. Dit is er wellicht ook de oorzaak van dat B van mij een oordeel krijgt van iets te droog. Het vet stroomt er bij zowel A en B niet uit en dus krijgen ze hiervoor beide een voldoende.
Door alle A’s en B’s raken wij de kluts een beetje kwijt en smullen simpelweg met zowel lol als genot van alle oliebollen: hier en daar zijn beide prima. We besluiten om voortaan veel meer lekkernijen met veel aandacht te gaan testen zoals onder meer slagroomtaart, droge worst en noem maar op. Als we dit alles in het honderdvoudig moeten doen, kunnen we nog wel een poosje vooruit. Doe je met ons mee?