Wat gaat het er in de grote stad toch anders aan toe dan in bijvoorbeeld de regionale centra Surhuisterveen of Buitenpost. Is het op een terrasje in deze plaatsten al erg leuk om mensen te bekijken, in een overvolle winkelstraat in de Randstad is het pas echt vermakelijk om in vakantietijd een kopje koffie te drinken op een buitenterras. Het aantal verschillen tussen de diverse voorbijgangers is groot; zowel tussen huidskleur als kledij, haardracht als bagage. Het bestuderen van mensen biedt ontzettend veel variëteit. Een half uurtje voorbijgangers gadeslaan op bijvoorbeeld het centraal station biedt welhaast meer variatie dan het kijken naar de meest spannende soapserie op televisie.
Het is ongelooflijk hoeveel mensen er in de Randstad gebruik maken van de mobiele telefoon. Minstens één op de tien voorbijgangers in de winkelstraat loopt druk te praten of sms-en met hun speeltje. Zelfs naast elkaar lopende jongeren babbelen gezellig ieder in hun eigen gsm. Tot aan het toilet in de V&D klinken de riedeltjes van de kleine apparaatjes en wordt druk gepraat over de meest zinloze zaken. Een jongeman die vriendelijk ‘goedemiddag’ zegt, blijkt tegen z’n telefoon te praten. Op iedere hoek van de straat staan mensen te bellen; in de ene hand de telefoon, in de andere een broodje gezond. Op een terras zit een zakenman in z’n uppie terwijl hij buldert van het lachen. Zijn gesprekspartner spreekt tegen hem via een luidsprekertje in z’n oor.
Het is niet alleen het massaal gebruikte mobieltje dat continu de stilte verbreekt. Het gepiep van remmende trams, het gebulder van overvliegende jumbo’s en het geluid van voorbijrazende treinen en automobielen wisselt elkaar in rap tempo af. Meerdere malen in een uur overstemt een loeiende sirene van een auto- of winkelalarm, ambulance, brandweer of politie de geluiden van de stad. In vergelijking met het platteland lijkt het kommer en kwel in de stad en toch brengen mensen in hun vakantie massaal een bezoekje aan deze oorden. Wonen gebeurt er grotendeels in hoge flats. De opgestapelde woningen zouden voor noorderlingen meteen paniekreacties oproepen. Zij zijn een redelijke twee-onder-een-kap- of vrijstaande woning gewend met een flinke tuin er omheen.
Wegen in en rond de steden zitten vaak vol en auto’s staan er veel stil. In de gemeente Achtkarspelen klagen de automobilisten zelfs al wanneer ze met dertig kilometer per uur flink door kunnen rijden. De noorderlingen moeten zich maar eens bedenken hoe een gewldig klimaat hier heerst als het gaat om verkeer en rust. In de grote stad is de stilte ver te zoeken terwijl in de Kommizebosk in Surhuisterveen, de Mieden bij Surhuizum, Trimunt bij Opende en de Hege Bulten bij Kootstertille volop rust is te vinden. Hopenlijk maken de gemeentebesturen – na het besluit van het nieuwe kabinet om het platteland niet op slot te zetten – niet al te snel plannen om ook dit soort natuurgebieden om te vormen tot bouwterreinen.
Gelukkig zijn de mensen in het Noorden nog niet zover doorgedraaid dat ze meer met hun telefoon staan te praten dan met elkaar. Uitbreiden en groeien is mooi en gekke mensen vanaf een terrasje bekijken ook, maar laten we toch van elkaar genieten in plaats van technische snufjes. Hopenlijk blijft het Noorden nog een mooi eind achter bij de ontwikkelingen in het Zuiden en blijven ‘de Wâldsjes’ lekker nuchter. Gezellig een babbeltje maken op een terras of in de winkelstraat is toch vele malen waardevoller dan met iemand met een blikken stem op afstand. Dan is ook het Noorden zo gek nog niet als het gaat terugkomen van vakantie.
(Deze column is gepubliceerd in De Feanster van 30 juli 2002)