Maandag
Iets later dan gepland staat de schoorsteenveger voor de deur. Hij pakt z’n spullen uit en nadat hij de kachel heeft afgedekt, staat hij in een ommezien op de punt van het dak met de veegspullen. Even later komt hij binnen om in de kachel de rotzooi uit de schoorsteen op te ruimen. De klus is snel gepiept en dan drinken we koffie. Het is een aardigheid om te luisteren naar de vakkundigheid van deze man.
Woensdag
We zijn boven aan het werk wanneer we een enorm gebulder door het huis horen klinken. Het eerste waar we aan kunnen denken is de trilplaat van de stratenmakers die even verderop in de buurt aan het werk zijn, maar dit geluid is toch wel heel erg dichtbij. “Heb jij een apparaat aan staan?”, vraag ik verkennend en ga meteen maar even kijken wanneer ik hoor dat de wasmachine staat te draaien.
En ja hoor, deze machine gaat enorm tekeer en staat bijna te dansen op z’n plek. Meteen schakel ik het apparaat maar uit en dan blijkt de trommel niet meer heel erg stevig vast te zitten. Ik haal de was er uit, waag me aan een verkennende blik maar dan besluit ik toch om er niet zelf naar te gaan kijken maar om een monteur te laten komen. De was stoppen we even bij heit in de machine zodat dit proces gewoon door kan gaan.
De monteur kan morgen al langskomen, ik hoef alleen maar tussen tien en twaalf uur in de ochtend thuis te zijn. Noh ja, het is niet een handig tijdstip om zoiets af te spreken, want ergens naartoe gaan om een bakje koffie is zo goed als uitgesloten, maar we willen onze wasmachine ook wel weer heel hebben, dus er is weinig keus.