Crisistijd (304)

Regelmatig zitten we heerlijk te genieten in onze tuin. We genieten van de stilte, het prachtige gezang van de vele vogeltjes en ook nog eens de pracht en praal van de natuur. Nu we echter leven in crisistijd, ‘blijf thuis’ de belangrijkste opdracht is en werken veelal thuis gebeurt, blijkt dat veel meer mensen dan normaal wel even heerlijk willen genieten in de tuin.

Terwijl we net de tuinstoelen achterover hebben gedraaid en tegen elkaar hebben gezegd hoe een fijn plekje we eigenlijk hebben, begint buurman A het gras te maaien en is het even gedaan met de rust. Als de klus geklaard is horen we bij buurman B twee meisjes die samen ontzettend veel lol hebben op het springkussen.

Buurman C heeft een bladblazer en ondanks dat de herfstperiode waarin de bladeren van de bomen vallen al lang voorbij is, blijkt dit apparaat ook wel te gebruiken om andere zaken weg te blazen. Buurman D is al een paar dagen hoorbaar aan de slag met zijn terras en uiteraard moet de bestratingsklus worden afgerond met een trilplaat; een klus die ook wel even duurt.

Pfffttt… wanneer dat eindelijk gereed is, lijkt de rust weder gekeerd, maar dan heeft buurman A waarschijnlijk z’n kopje koffie genuttigd en gaat aan de slag met de elektrische kantjemaaier. Even lijkt het erop dat we in alle rust een bakje koffie kunnen drinken, maar dan komen buren van E terug van een fietstochtje die ze met vrienden hebben gemaakt en drinken ook een bakje.

De vriendinnetjes van B hebben afscheid genomen en het achterblijvende meisje wil nu aandacht van heit en mem en start een huilbui waarvan de hele buurt kan meegenieten. Ondertussen zijn er nog twee gazonnetjes gemaaid en heeft buurman F het in zijn hoofd gehaald om samen met z’n zoontje in de tuin rondjes te gaan draaien op een brommer.

Wanneer we bijna het plan krijgen om onze tuin te ontvluchten, blijken er meer buurtgenoten hun quarantaine even te willen verlaten en wordt het een stuk rustiger. Het tweede bakje koffie drinken we bijna in stilte en we genieten van het prachtige gezang van de vele vogeltjes en ook nog eens de pracht en praal van de natuur. Wat hebben we toch ook een fijn plekje, knikken we elkaar toe…