Blokje om (10)

(Swichum, 11 april 2005)

‘Foekje! Kom hier!’ Een baas roept één van z’n twee rottweilers terug. De hond stormt vijandig op me af wanneer ik een onbekend erf op loop. Omdat ik een tijdje moet wachten in een vreemde plaats ben ik een wandelingetje gaan maken. Daarbij ben ik een paadje ingelopen dat me wel interessant leek.

Hoewel er duidelijk staat dat de weg dood loopt, wandel ik het bord voorbij omdat ik vermoed dat dit alleen voor auto’s is bedoeld. Na zo’n halve kilometer lopen ontdek ik echter dat het pad toch een einde heeft en uit komt op een erf. Juist wanneer ik deze conclusie trek en rechtsomkeert zal maken, maakt de hond luidkeels duidelijk dat hij me heeft opgemerkt.

Ik ben dan niet heel erg bang uitgevallen, maar ik moet wel heel eerlijk bekennen dat het zweet me in dit geval bijna bij de rug omhoog loopt en ik het liefst heel snel weghol. Bij honden werkt dat juist averechts, heb ik me meer dan eens laten vertellen en dus blijf ik staan.

Met alle moed die ik in me heb, durf ik zelfs voorzichtig een paar stappen verder te lopen, terwijl inmiddels twee rottweilers in aanvalshouding voor me staan. Zonder de honden aan te kijken herhaalt een stemmetje in mij een soort toverformule: net sjen litte datst benaud bist, net sjen litte datst benaud bist…

Al mijn hoop is gevestigd op de eigenaar die even verderop weer aan het schoffelen is geslagen en blijkbaar geen acht slaat op de vermeende prooi van zijn honden. Gelukkig draait hij zich dan om en maant de honden tot rust. Nadat de man me heeft uitgelegd waar ik het best langs kan lopen, wandel ik een stap harder dan ik gekomen ben het pad weer af.

We zitten vast allemaal wel eens in een situatie waarbij je voor de keuze staat: er op af of hard weghollen. Vaak gaat het om persoonlijke conflicten of ingewikkelde relaties of problemen en die bespreken we het liefst niet met degene waar het om gaat, want dat is immers veel te moeilijk.

Standvastig op ons doel af – soms zelfs oog in oog met een blaffende hond – dat is toch eigenlijk de opdracht die wij christenen wel een beetje hebben gekregen. Opnieuw moet ik bekennen dat ik soms zelf ook liever een blokje om loop. Bij de rottweilers heb ik vrijwel zeker de juiste beslissing genomen om dat juist niet te doen.

Met het oog gericht op de baas durfde ik door te lopen, recht op het gevaar af. Terwijl ik de tanden al bijkans in m’n benen voelde, dacht ik aan het bijbelverhaal van Petrus die in het water zakte omdat hij zich op de golven richtte in plaats van op Jezus. Gelukkig liet ik me niet leiden door angst en het gevaar vlak bij me, maar zocht het vertrouwen ergens anders en kon ik later bijna fluitend mijn weg vervolgen.