Vrijdag 5 juli|
Het regent als we in de keuken aan het ontbijt zitten. Dat schept wel enige ontmoediging over mijn wandelplannen van vandaag, maar Nynke weet de moed er in de houden. “It bin mar lytse buikes”, zo weet ze te vertellen vanuit de haar zo betrouwbare buienradar. Eigenlijk ben ik met mijn prima regenjas ook niet zo bang voor een buitje en ik twijfel dan ook geen moment. Als we even later in de auto zitten, regent het nog steeds behoorlijk maar halverwege Feanwâlden is het alweer droog en als ik op het station uitstap, schijnt zelfs de zon. Het wordt een prachtige dag!
Aangekomen op het station in Leeuwarden is het even opletten geblazen. De trein richting Franeker rijdt vanwege werkzaamheden niet en er is plaatsvervangend vervoer voor diverse lijnen geregeld met de bus. Hierdoor ziet het er op het busstation allemaal een beetje chaotisch uit, maar ik volg simpelweg de pijlen die wijzen op Harlingen havens.
Bij de perrons die langs de straat lopen vraag ik aan een van de mijnheren in oranje met gele jas – die er heel veel rondlopen met een grote map voor hun – naar de juiste bus richting Franeker. “Nee, dit is de Harlingen snelbus, u moet de eerstvolgende hebben”, vertelt hij me. Ik wacht keurig op de volgende bus die ik dan wel zal moeten hebben en check in bij een paaltje dat tegen de hekken bij het fietspad staat. “Deze moet u hebben”, bevestigt de attente man van daarnet, waarop ik in alle rust plaatsneem, ik zit goed in deze touringcar.
Naast de chauffeur zit een man – waarschijnlijk in dienst van de spoorwegen – met een lijst met de route en de tijden, die hij van minuut tot minuut nauwkeurig in de gaten houdt. Hoewel het nu een hele poos droog is geweest, zie ik de ruitenwisser van de bus even later toch heen en weer gaan, het regent miezerig en boven Franeker zie ik ook donkere wolken hangen, maar ik blijf positief.
“Dat gaat wel heel toeristisch zo hè”, zo verontschuldigt de touringcarchauffeur zich bij de stop in Franeker over het telkens uitstappen van de reisleider bij iedere stop en het regelmatig moeten openen van de bagageruimte. Ik groet hem vriendelijk wanneer ik uitstap en vind het allemaal juist keurig verlopen.
Na het uitstappen op het station is het droog en schijnt de zon zelfs. Nu is het alleen nog even zoeken naar het begin van de route, maar met de app erbij van Wandelnet duurt het niet lang voordat ik deze gevonden heb en tien minuten later heb ik de bebouwde kom van Franeker al verlaten. Op de kruising van een paadje ergens midden in de natuur, neem ik mijn eerste bakje koffie met een stukje brood. Nu ben ik helemaal klaar voor de wandeling.
In Schalsum staat aan de Franekerweg een man met ontbloot bovenlijf vol met tatoeages in zijn tuin te werken. “Good morning”, zegt hij en als ik in beschaaft Nederlands terug groet gaat hij ook in deze taal verder. “Mooi weer om te lopen buur”, zoiets zegt hij en omdat ik niet precies weet wat ‘ie hiermee bedoelt, bevestig ik simpelweg zijn opmerking.
Door de groene weiden wandel ik richting het bijna vijftig inwoners tellende plaatsje Boer, waar ik op een bankje vlak voor de Mariakerk een stukje brood eet met een bakje koffie er bij. Het klokje slaat juist elf uur als ik mijn spullen weer heb ingepakt en ben gaan wandelen. Even voor dorpje Ried zie ik een mevrouw die het gras aan het maaien is.
Ze zet haar machine even stil als ze ziet dat ik een foto maak. We praten even over de windmolens. Ik vertel haar dat ik het vreselijk lelijke dingen vind. “Mar wy fertsjinje der wol mei”, gaat ze meteen in de verdediging. “Troch dizze dingen binne wy wol enerzjy neutraal.” Ze vertelt me waar ze woont en dat ze het lawaai dat de machines maken na al die jaren al niet eens meer hoort.
“Ik hoopje dat jo de moaie dingen noch wol sjogge?”, zo probeert ze de waarheid in het midden te leggen en ik doe daar uiteraard aan mee. “Ik genietsje foaral fan de natuer en de rêst.” We wensen elkaar een fijne dag en ze start haar maaimachine weer. Dan wandel ik Ried binnen, een woonplaatsje met ruim vierhonderd inwoners, een café en een kerk.
Van hieruit wandel ik langs De Rie – een water waar ook de elfstedentocht langs gaat – dat overgaat in Berlikumerwiid. Aan dit water vind ik een bankje waarop ik mijn salade nuttig. Het pad loopt verder langs het water tot aan Berlikum. Nu begin ik toch wel mijn voeten te voelen. Het is alsof de sokken iets te warm zijn, ik krijg een branderig gevoel.
Berlikum is eigenlijk het einde van etappe tien die ik vandaag aan het lopen ben, maar omdat ik de vorige keer al een stukje van deze etappe had gedaan, het allemaal redelijk vlot verloopt en ook het weer nog steeds prima is – ik wandel al vanaf Franeker in mijn t-shirt – ga ik vandaag door tot Sint Annaparochie, een kleine vier kilometer verder.
Maar eerst neem ik even voorbij Berlikum een korte pauze en eet hier nog een broodje. Met het zicht op de koepelkerk en een aantal koeien. Mijn schoenen doe ik meteen uit wat al heerlijk fris aanvoelt. Een mevrouw stopt naast me op het fietspad, bekijkt de koeien eens en vertelt mij dan wat ze er van vindt.
“In prachtich stel koeien, fynst net, fan alle kleuren wat.” Dan stapt ze weer op de fiets. “No, in noflike dei fierder.” De koeien hebben niet alleen allemaal kleuren, zo merk ik niet veel later. Ze doen ook allemaal wat.
‘Plop, plop, plop’, zo laat een van hen de vlaai vallen. Dan gaat er een rug bol staan waarna een straal met plas op de grond valt. Weer een ander dier proeft even aan deze staal met de tong. Even later staat een kalf een de uier van de moederkoe te drinken. Het is een en al natuur.
Nu is het nog zo’n drie tot vier kilometer wandelen. Eerst een heel stuk door een bos en daarna door groene weiden. De laatste kilometers voeren over het fietspad langs de N383 ofwel de Hemmemaweg. Even voor Sint Annaparochie kom ik een lijnbus richting Leeuwarden tegen, dus dat gaat nog minstens een half uur duren voor de volgende.
Maar het duurt ook nog wel een poos voor ik uiteindelijk dit bijna vijfduizend inwoners tellende plaats binnen wandel. Dan is het nog een kwartiertje wachten op de bus van 14:02 die me naar station Leeuwarden brengt. Hier kies ik voor lijn 114 die om 14:53 via Drachten rijdt. Op het station carpool Noord moet ik even tien minuten wachten op lijn 13.Hier merk ik dat het licht miezerig gaat regenen en hoewel ik de hele dag in mijn shirt heb gelopen en geen spat regen heb gevoeld, trek ik nu toch even mijn trui weer aan. Regen of kou, het deert me niet meer…
Heit volgt me de hele dag al zo’n beetje en heeft me koffie met gebak in het vooruitzicht gesteld op de Dr. van Kammenstraat 3a en dat aanbod sla ik natuurlijk niet af. Om half vijf wandel ik weer richting De Ekster en neem thuis een douche.
Het was een prachtige dag!