Het goudgele strand

Op zijn minst één dag per jaar proberen we te gaan: een dagje naar het Noordzee-strand op een heerlijke zomerse dag. Vroeg in de ochtend de auto inpakken, nog even een bakje koffie en dan de snelweg op. Traditioneel nabij de Afsluitdijk wederom een bakje koffie drinken met reeds zo’n honderd kilometer op de teller.

Ieder jaar weer ontstaat onderweg de discussie over de ruim anderhalf uur durende reis en of het de moeite waard is om juist niet te kiezen voor een half uurtje rijden richting de Waddenzee en dan een boottochtje te maken om de Noordzee te bereiken, maar telkens weer komen we aan het eind van de dag tot de conclusie dat Callantsoog toch de juiste keus blijft.

Al meteen over de top van de laatste duin zorgt een blik over de zee, het bulderen van de golven voor een enorme rust. We slenteren over het goudgele strand en zoeken een plekje waar we ons tentje opslaan. De zon brandt genoeglijk op onze huid als we even liggen te sluimeren of te lezen en een duik in de ijskoud aanvoelende zee is hierop af en toe een welkome afwisseling.

Een wandelingetje langs de vloedlijn met de focus op de horizon is rustgevend. Op het strand ligt hier en daar een hoopje mens te genieten van de zon. Na iedere golfslag in de branding voel je het zilte zand wegtrekken rond je voeten, even verder in de zee kun je amper standhouden tussen de woeste en krachtige golven.

De stemmen van strandgenoten klinken gedempt maar zijn niet eens zo heel ver weg. Weer liggend op de handdoek hoort het kijken naar voorbij trekkende mensen met rugzakken, koelboxen en aangelijnde honden er bij. Even geen geluid van ‘pling’ of ‘plong’ van binnenkomende berichtjes van altijd aandacht trekkende smartphones, af en toe is er zelfs geen bereik met de bewoonde wereld.

Even zijn we los van alles, dit is pas ontspanning. Wanneer de meegenomen koffie uit de thermoskan op is, trekken we halverwege de middag naar het paviljoen voor een bakje en dan is een poosje later een wijntje al heel verleidelijk. We hoeven niet te denken aan tijden van bus of boot, de de tijd is geheel aan onszelf.

Weer terug in ‘ons tentje’ snoepen we nog van de zon gedroogde mango en stukjes worst uit een bakje, we nemen nog een duik in de zee. Bij het opruimen van onze spullen zit het zand echt overal. Een menuutje spaghetti bolognese op het terras van het paviljoen laten we ons prima smaken. Pas als de zon begint te glinsteren in de golven en steeds dichter bij het punt komt waar lucht en zee elkaar raken, wordt het tijd om de terugreis te aanvaarden.