De eigen kerkdiensten zouden ze voor geen goud willen missen. Fokke en Rike van der Heide gaan vanaf het begin naar de christelijke gereformeerde kerk in Surhuisterveen. Tijdens vakantie verblijf elders bezoeken ze weleens een andere kerkdienst, maar ze vinden dat er niets gaat boven de eigen diensten en ze hechten grote waarde aan een zuivere verkondiging van het woord van God. Al sinds hun trouwen kerken ze in Kornhorn en hebben daar een goede tijd gehad. Fokke van der Heide is van gereformeerde komaf. Voor hem was het echter al meteen vanzelfsprekend dat ze samen lid zouden worden van de christelijke gereformeerde kerk. Zijn echtgenote weet niet beter en was al vele jaren lid van deze kerkgemeenschap. Hun drie zonen zijn ook gedoopt in de christelijke gereformeerde kerk.
“Ik gong altyd al mei Rike mei“, legt Fokke de gezamenlijke keuze uit. “Dat foldie my goed, ik hie mei dizze gemeente mear bining as mei de eigen gemeente in Surhústerfean.” Hij zag in de verkondigingen in Kornhorn zelfs overeenkomsten met de preken van de eigen dominee Hazenberg van de gereformeerde kerk in Surhuisterveen.
Het gezin Van der Heide heeft de tijd bij de gemeente in Kornhorn als een bijzondere tijd ervaren. Ook de weg naar de oprichting van de gemeente in Surhuisterveen was voor hen een bijzondere gebeurtenis. Fokke van der Heide zat in de kerkenraad van Kornhorn en heeft de ontwikkelingen van heel dichtbij meegemaakt.
Knokken
“Der wiene genôch eleminten wêr’t wy echt tsjin knokke moasten“, zo legt hij de moeilijke kanten van de zaak uit. Hij noemt vooral de verschillen die er waren tussen de beide kerken. Zo werd Kornhorn over het algemeen wel iets te lichtvoetig genoemd en in Drogeham was veel meer behouden.
De verschillen werden benadrukt in bijvoorbeeld het gebruik van nieuwe berijmingen en de bijbelvertaling die werd gebruikt bij de verkondiging. Er ontstond bij sommige mensen pessimisme en wantrouwen. In die tijd werd er veel meer vergaderd dan de normale frequentie van de kerkenraden. “Somtiden sieten wy wykliks om tafel, dat wie wol hiel swier“, zegt Van der Heide. De bijeenkomsten waren destijds ook vaak bij de kerkenraadsleden thuis.
Twijfelperiode
Ondanks de zware druk die de ontwikkelingen op de ouderlingen en diakenen legde, heeft Van der Heide goede herinneringen aan deze periode. Het was ook best wel spannend, weet hij nog wel. Vooral de financiën baarden de gemeente in de eerste periode nogal wat zorgen. “De diakenen telden alle tsjinsten de minsken dy’t der wiene en holden sa de trouheid fan de leden in bytsje yn de gaten“, weet hij nog.
In de periode dat er een wijkgemeente bestond, leerden de mensen uit de beide gemeenten elkaar beter kennen en langzaam aan wonnen ze elkaars vertrouwen. Anderen namen een afwachtende houding aan of durfden de stap naar een nieuwe gemeente niet volledig te nemen of krabbelden zelfs terug.
Op een gegeven moment was men moe van het uitproberen; iedere zondag een dienst in de moedergemeente en één in de wijkgemeente maakte de kerkgangers onzeker, het was min of meer een twijfelperiode. Van de kerkenraad werd de uiteindelijke beslissing verwacht en dat hadden de ouderlingen en diakenen ook zelf wel in de gaten.
“No moatte wy trochpakke, oars giet it ferkeard“, zo omschrijft de oud-ouderling de gedachten van toen. Gedurende het hele proces van samen gemeente worden, hebben Fokke en Rike van der Heide dominee Den Hertogh als een belangrijke spil in het geheel gezien. “Hy hat in hiel soad dien, it wie in echte motor“, oordeelt het echtpaar.
De latere groei van de gemeente zien ze als goedkeuring van God. “Dat is dochs in segen, Hy hat der efter stien.” Diep in gedachten verzonken denken ze terug aan de dienst van 7 december 1980 waarin de zelfstandige gemeente werd ingewijd. “It wie doe striemin waar, witst dat noch wol“, herinnert Rike zich. “It snijde.”
Het is de dag dat Fokke van der Heide van het ene kerkbestuur in de andere zitting nam. ’s Ochtends nam hij afscheid van de kerkenraad in Komhorn en bij de institueringsdienst werd hij bevestigd in de raad van Surhuisterveen. De contrasten van de beide gemeenten die er waren raakten grotendeels naar de achtergrond omdat de gemeenteleden elkaar vonden in Jezus Christus, zo denkt Fokke van der Heide.
De voor de individuele mens zo belangrijke verschillen vonden daarin een eenvoudige oplossing. Toch is er nog weleens iets te proeven van tegenstellingen van destijds. “Dat is net sa slim“, zo beleeft Van der Heide dit. “Dat hâld de saak libbendich.” Die onderlinge verschillen zullen er ook altijd blijven, denkt hij en onderbouwt deze gedachte met één van de vele voorbeelden die hij moeiteloos uit de mouw schudt.
Daar waar de mens een kerk bouwt, daar bouwt satan een kapel, is zijn overtuiging. Altijd zullen boze machten zaken verstoren die mensen bij Jezus brengen, zo legt hij de werking van de duivel uit die altijd gevoeld zal worden. “Eins is dat mar goed ek, want as de duvel net mear field wurdt, dan hat hy de minske wêr’t ‘r se ha wol.”
Vanaf jonge leeftijd heeft Fokke van der Heide vele jaren deel uitgemaakt van de kerkenraad. Het exacte aantal jaren weet hij niet en dat is volgens hem ook niet belangrijk. “As myn bydrage mar in posityf oandiel west hat yn de gemeente“, hoopt hij. “Oaren moatte dêr mar in oardiel oer jaan en sjen as de fruchten fan it wurk te plukken binne.” Zijn echtgenote onderstreept het belang van het kerkenwerk. “Hja kin nea genôch dwaan yn in kristlike gemeente.“
Vooral zomers in de vakanties bezoeken Fokke en Rike van der Heide weleens andere kerken. Dan merken ze telkens weer dat er niets boven de eigen gemeente gaat; ze missen dat gewoon wanneer ze weg zijn. “Wy kinne der net sûnder“, bevestigt Rike van der Heide Vooral over de zuivere verkondiging zijn ze zeer te spreken. “Dat is it âlder wichtichste fan in tsjinst, dan praat God tsjin ús.”
De tegenwoordige geluiden dat de kerkdiensten aangepast moeten worden aan de tijd, verwerpen ze dan ook. Het lijkt erop dat de mensen steeds meer plezier willen maken, ook in de kerk, zo denkt het echtpaar Van der Heide. “De tsjerke tsjinst mei gjin spektakel wurde.” Sommige liederen die worden gezongen scheppen volgens hen al een sfeer die onwerkelijk is. We moeten ervoor oppassen niet te evangelisch te worden.
Nonchalant
In de loop der jaren hebben ze vooral de omgang van mensen met elkaar zien veranderen. “Se binne foaral nonsjalanter wurden, ek mei it tsjerke. Dat is jammer“, vinden zowel Fokke als Rike van der
Heide. “Elkenien wol syn eigen gong gean. It libben wolle wy net mear ûnder geskikt meitsje oan wat der yn de Bibel stiet.”
Ze vinden dat dit anders moet en dat we dat aan elkaar en de rest van de wereld moeten vertellen. De vele regeltjes die er zijn binnen de kerken vinden ze niet zo erg belangrijk; het gaat er slechts om dat we onze mening en ideeën ondergeschikt maken aan de wil van God. Daardoor leer je anders naar de kerk zien en verandert er ook iets in de omgang met mensen.
De Heilige Geest moet in je kunnen werken, daar moet je voor open staan. Net als een tuinman zijn gereedschap gebruikt om de tuin mooi te maken, zijn wij de instrumenten van God. Fokke van der Heide vergelijkt de omgang die een kerk met God heeft met die van een bruid met een bruidegom. Een huwelijk tussen die twee laatstgenoemden houdt geen stand wanneer ze elkaar kiezen op basis van een aardig snoetje. Nee, ze moeten leren naar elkaar te luisteren en met elkaar omgaan. Dan ontstaat liefde, doen ze dingen om het elkaar naar de zin te maken en willen ze er voor elkaar zijn.
In het 25 jaar kerk zijn is ook de kunde aan de overige gemeenteleden veranderd. “Yn de begjinjierren koene wy elkenien noch“, aldus het echtpaar over de periode dat de christelijke gereformeerde kerk in Surhuisterveen uit zo’n 150 leden bestond. Toch hebben ze in deze periode ook heel veel geleerd. “Wy binne no fierder as doe’t wy in kwart iuw ferlyn begong. Dat kin allinnich it wurk fan God west hawwe.” De kerk? Nee, daar kunnen en willen Fokke en Rike van der Heide niet meer zonder…