Vandaag lijkt het mooi weer te worden en daarom wil ik de negende etappe van het elfstedenpad gaan wandelen: van Waddenzeedijk tot Herbaijum. Bij het uitzoeken van de route naar begin- en eindpunt ontdek ik dat deze prima te bereiken zijn met het openbaar vervoer en omdat wij toch meer willen doen met duurzaam leven en dus ook reizen, past dit perfect.
Als Nynke me op weg naar haar werk naar het station Feanwâlden brengt, kan ik om 8:34 vertrekken met de trein en dan al ruim drie kwartier later op het station in Harlingen zijn.Van daaruit is het slechts een paar kilometer wandelen naar het beginpunt van de etappe, daar kun je bijna niet tegen rijden en dan is dat geklooi met de fiets er ook niet.
Op de aangegeven locatie ‘tút en derút’ zet Nynke me uit de auto en uiteraard krijg ik nog een pakkerd mee voor onderweg. Op het station is het vooralsnog rustiger dan ik had verwacht op toch wel een spitstijd, maar dit verandert langzaamaan en als er dan zo’n tien minuten later een bus stopt waar een grote groep schooljeugd uit komt, is het helemaal afgelopen met de rust.
In de trein vind ik nog wel een zitplaats en voor ik er erg in heb ben ik al in Leeuwarden. Dan is het even tien minuten wachten op aansluiting met Harlingen, maar ik heb alle tijd. De trein Harlingen havens staat gereed en zodra deze rijdt neem ik in alle rust een bakje koffie. Precies om 9:18 ben ik in Harlingen en ga op zoek naar het beginpunt van de wandeling.
Het is meteen weer genieten op de Waddenzeedijk, het is eb en het waait heerlijk. Ik wandel terug richting Harlingen en precies op het moment dat de veerboot naar Terschelling driemaal de hoorn voor vertrek laat klinken, wandel ik de havens binnen. Mijn hart lijkt altijd een klein sprongetje te maken bij het zien van deze veerboot en ik blijf dan ook even kijken wanneer de boot uit vaart.
Dat doen ook vijf oudere mannetjes die zich met hun fiets hebben verzameld bij een soort van leugenbankje waar ik vlakbij sta. Zodra de boot de haven uit is, zoek ik een plekje en neem nog een bakje koffie. Dan vervolg ik mijn wandeling door de stad. Harlingen is een mooie stad hoor, maar als ik bijna een uur door deze stad heb gelopen die op dit tijdstip ook niet het meest gezellig is, ben ik blij dat ik even na elf uur de de bebouwde kom uit loop.
Nynke heeft me zojuist een berichtje gestuurd met de melding dat ze voor vanmiddag is uitgenodigd om in een radio uitzending van Omrop Fryslân iets te vertellen over de vorige week door deelkast Us Stekje ontvangen meest duurzame burgerinitiatief van 2024 en dat ze om 15:40 live in de uitzending kan. Natuurlijk kan ik dit onderweg wel ergens ontvangen.
De lucht is grauw en grijs en juist als ik een stukje langs de N31 de stad uit wandel, voel ik een miezerige regen. Deze duurt echter niet langer dan een minuut of tien en dan lijkt de zon af en toe zelfs heel licht door te willen breken. Op een bankje voor Midlum is mijn interne kachel dusdanig opgelaaid dat ik mijn trui uit trek. Klokslag half twaalf loop ik de Nicolaaskerk in dit kleine dorpje voorbij.
Na het passeren van de provinciale weg rondom Midlum trek ik de landerijen in, maar het geruis van de almaar razende snelweg blijf ik jammergenoeg op de achtergrond horen. Aan de voet van de Andreaskerk In Wijnaldum vind ik een bankje om even een broodje te nuttigen. Ik pak juist mijn tas weer in als de klok twaalf maal slaat en als ik een paar momenten later alweer aan de wandel ben, begint het klokje te luiden en laat ik dit gelui langzaam achter me.
Ik trek weer de landerijen in, maar ook hier blijf ik de snelweg in de verte horen en te zien en komt deze zelfs weer steeds dichterbij. Door een tunneltje steek ik de Waadseewei (N31) over en steven af op Herbaijum. Dan belt heit. Hij wil weten hoe ik weer thuis kom, want hij moet nog naar Buitenpost om zijn ID-kaart op te halen en dit zou dus mogelijk te combineren zijn. Op zich een goed idee, maar ik kan pas bij aankomst in Franeker iets zeggen over tijden.
Want hoewel ik nu het officiële eindpunt van deze etappe even na Herbaijum heb bereikt, heb ik er voor mezelf nog een stukje aan vast geknoopt zodat ik in Franeker eindig en hier weer op de trein kan stappen richting Leeuwarden, en ik vind dat ik dat best wel slim heb bedacht. Op dit punt gaat de negende etappe geruisloos over in de tiende.
Ik wandel nu in de richting van de tiende stad uit de elfstedentocht-route en probeer me te verplaatsen in de schaatsers. Na Franeker is alleen Dokkum nog te gaan en dat klinkt al heel dichtbij de finish. Toch is er nog een behoorlijke afstand te gaan en betekent het voor mij nog vijf etappes. Voor nu ligt mijn focus niet meer op de geel-rode richtingbordjes, maar op het vinden van het treinstation.
Volgens de navigatie moet ik de afstand tot het station in twintig minuten kunnen overbruggen en dan zou ik om 13:53 op het station kunnen zijn. Dat is exact de vertrektijd van de trein, dus dat wordt nog kiele-kiele en daarom zet ik de pas er flink in. Natuurlijk gaat er een half uur later wel weer een trein, dus erg is het niet wanneer ik ’m niet haal, maar met de combinatie met heit en de uitzending van Nynke in het verschiet wil ik tijdig thuis zijn.
Met het zweet toch best wel ietwat op m’n voorhoofd win ik telkens weer een minuutje op de geplande tijd en uiteindelijk sta ik om 13:49 op het station en bel heit dat ik om 14:33 op het station in Buitenpost kan zijn. Daar staat heit al met z’n paspoort op zak op me te wachten en ruim voor drie uur ben ik alweer thuis en fris me lekker op.
Wat een duurzaam dagje was dit toch en wat heb ik weer heerlijk gewandeld. Toch heb ik minder genoten dan de vorige keer, zo heb ik in de terugreis met de trein bedacht. Het ontbreken van de werkelijke rust door continue aanwezig verkeer geruis en de vreselijk lelijke windmolens die hier overal tot aan de horizon zichtbaar zijn, zijn hier waarschijnlijk debet aan en wellicht heeft mijn onnodige haast ook weinig goeds gebracht. Mijn duurzame ritje maakt weer veel goed.