Elfstedenpad etappe Bolsward-Waddenzeedijk

Het heeft vannacht licht gevroren en daardoor moet ik voor vertrek nog even licht krabben, er zit wat ijs op de voorruit. Even voor acht uur vertrek ik richting Kimswerd voor de achtste etappe van het elfstedenpad, vandaag loop ik de route Bolsward-Waddenzeedijk. Al op de Scheiding vang ik de eerste zonnestralen ruimschoots op, het beloofd een mooie dag te worden.

Vanwege de kou heb ik gekozen om met het openbaar vervoer te reizen en niet per fiets. Daarom parkeer ik de auto vlakbij de bushalte in Kimswerd. Hier ben ik ruimschoots op tijd en daarom drink ik in de auto nog een bakje koffie. Toch is het niet een ontspannen bakje, ik sta liever iets eerder bij de bushalte te wachten dan dat de bus iets eerder komt en ik te laat ben.

Hoewel de bus pas om 8:57 staat gepland, sta ik al om twintig voor negen bij de halte Greate Pierwei. Hier is geen bushokje en de zon schijnt wel volop onder een strakblauwe lucht, maar het waait ook behoorlijk en is echt guur fris. Ik zet mijn tas bij de halte en wacht aan de overkant in de beschutting van een schuurtje. Van hieruit kan ik de bus zien aankomen.

Het klokje van de kerktoren in Kimswerd slaat drie minuten eerder negen keer dan de tijdmelding op mijn telefoon aangeeft, twee minuten later stap ik de bus in. Nu pas ben rustig van mijn de zaak, na mijn ervaring met de bus in Drachten is het vertrouwen in het openbaar vervoer nog niet geheel hersteld.

Bij de halte van Witmarsum stapt een oud mannetje met stok in de bus. “Ik wil graag een dagkaart Sneek”, vraagt hij en houdt een portemonnee boordevol bankbiljetten al open. “Dat kan”, antwoordt de chauffeur, maar vreest de betaling. “U kunt met PIN betalen.” Dat komt allemaal goed en de man maakt even een praatje met de chauffeur.
Uit zijn verhaal maak ik op dat hij vandaag een bezoek wil brengen aan een kameraad van hem in het St. Antonius ziekenhuis die 92 jaar is. “Ik ben sels al 93”, vertelt hij er voor de duidelijkheid even bij en ook dat hij gisteren nog op de fiets naar Harlingen is geweest en in zijn leven zelfs met razzia’s en onderduikers te maken heeft gehad. “Zo, zo…”, reageert chauffeur af en toe.

Bij station Twibaksdyk in Bolsward stap ik uit. Al snel merk ik dat ik mijn muts en handschoenen in de bus heb laten liggen. Gelukkig is dit een station waar een chauffeur-wissel plaatsvindt en dus kan ik nog snel even mijn spullen pakken. Het zoeken naar het beginpunt van de etappe verloopt niet geheel vlekkeloos, na twintig minuten zoeken steek ik uiteindelijk bij station Twibaksdyk de weg over.

Dan vind ik het ook al bijna tijd voor een bakje koffie en zie even buiten Bolsward een picknicktafel staan. Hoewel er nog een behoorlijk frisse wind staat, merk ik dat mijn eigen kacheltje ook al redelijk opgewarmd aanvoelt en ik trek de dikste trui uit. De lagen die ik eronder draag moeten samen met de nieuwe wind- en waterdichte wandeloutfit de rest doen.

Zodra ik alles weer in de tas heb wandel ik weer verder., eerst een stukje langs de A7. In de verte hoor ik aan zaagmachine af en toe boven het gedruis van de snelweg uitkomen. Ik ben blij dat de tocht langs de snelweg maar kort duurt, al na een kwartiertje sla ik rechtsaf en trek de landerijen in en niet lang daarna wandel ik door het nog geen driehonderd inwoners tellende plaatsje Skettens.

Hier is het weer op en top genieten van de rust en stilte en het neusje van de zalm tref ik dan toch echt in het Flietserbos waar ik een geschikte boomstam vind om even een appeltje op te eten. Het is inmiddels elf uur geworden als ik de tas weer op de rug neem en verder wandel. Nog geen kwartier later wandel ik Witmarsum al binnen, een prachtig karakteristiek plekje waar ik rustig wat rondneus. Op de kruising buiten de bebouwde kom zie ik op het wegwijsbord staan dat Kimswerd nog maar zes kilometer is en omdat ik nog niet eens twee uur aan het wandelen ben, heb ik daar mijn vraagtekens bij.

Al snel blijkt dat ik niet de rechtstreekse route loop en word ik linksaf de groene weiden in gestuurd. Dit vind ik toch de mooiste stukjes van de etappe, de kersen op de taart. Na een klein half uurtje lopen met de kop volop in de wind, heb ik wel zin in een broodje en het bankje dat midden in de weilanden staat doet met besluiten om dat daar te nemen. Even iets op het bankje zetten zonder het vast te houden gaat niet, de wind neemt het meteen mee en daarom moet ik bekertjes, handschoenen en boterhamzakjes goed in de gaten houden.

Ik vraag me even af of het dorpje waar ik op uitzie Kimswerd alweer is, maar gezien de tijd wil ik dit nog niet geloven. Het blijkt Arum te zijn. Als ik mijn spullen weer onder controle heb in de rugzak en verder wandel, hoor ik in de verte de toren van Witmarsum luiden: het is twaalf uur. Ik geniet volop van dijkjes tussen riet en sloten, rust, stilte en harde wind.

Tussen de huizen van Arum voel ik de wind uiteraard even iets minder, maar zodra ik dit dorpje achter me laat en de omgeving weer wijds wordt, heb ik ook de indruk dat het iets minder hard waait en de temperatuur zelfs aangenaam wordt. Nu stop ik ook mijn muts en sjaaltje in de tas, het is prima te doen zonder.

Vanaf Arum zie ik in de verte de industrie van Harlingen, het is nog zo’n tweeënhalve kilometer tot Kimswerd en al om tien voor een ben ik gearriveerd op de plek waar de auto staat geparkeerd. Het einddoel is echter Waddenzeedijk en dus wandel ik door.

Al snel gaat de route linksaf de natuur in, in de verte zie ik de zeedijk nu steeds dichter bij komen.
Maar dan is er toch even een storinkje tussen de navigatie en mijn uitzicht op het eindpunt als de dijk maar niet dichterbij lijkt te komen. Ik blijk vanaf Arum toch iets te rechtstreeks naar Kimswerd te zijn gelopen en heb een stukje afgesneden. Nu ik deze route in tegenovergestelde richting aan het wandelen ben, heb ik in mijn beleving mijn kilometertjes wel gemaakt. Daarom keer ik om en loop de kortste weg richting de dijk.
Het eindpunt is bereikt en met het uitzicht op de Waddenzee, nuttig ik een stukje brood. Dan is het nog ongeveer twee kilometer lopen naar de auto. Om half drie gaan de schoenen weer uit in de auto en rijd ik weer naar huis. Ik heb een heerlijk dagje gehad, een prachtige route, heerlijk zonnig weer en veel beweging.

Terug in Surhuisterveen breng ik de auto nog even terug naar heit, drink hier nog een bakje koffie en ga meteen al even met de benen omhoog. Dan nog even langs de supermarkt om een welverdiend triple biertje en steek ik thuis de kachel aan. Voor vandaag hou ik het allemaal wel even gezien, maar ik kijk alweer uit naar de volgende etappe.