Heit had geen flauw benul waar de krant vandaan kwam die hij regelmatig in zijn brievenbus vond. Al zijn buren had hij al gevraagd of ze ook geabonneerd waren op het Algemeen Dagblad en misschien de krant met hem wilden delen, maar niets van dat alles. Of ik er ook iets van wist, zo wilde hij weten, maar zonder onwaarheid te spreken vertelde ik hem geen abonnement op AD te hebben.
Uiteraard wist ik maar al te goed waar de krant vandaan kwam! Al een hele poos kreeg ik af en toe een tasje met kranten van skoanheit die wél een abonnement op dit dagblad had en omdat heit kortgeleden zijn abonnement op het Friesch Dagblad had opgezegd, vond ik dat hij er wel een krantje bij kon hebben. Nadat ik het AD had gelezen, rouleerde deze dus door naar heit; hoe duurzaam is dat.
Om de verdenking zoveel mogelijk te verdoezelen, vroeg ik ook nog eens of heit de krant voor mij wilde bewaren zodat ik ’m ook kon lezen. En zo belandde de krant opnieuw bij ons thuis en ik zorgde er dan weer voor dat onze buurman – die de Leeuwarder Courant na het lezen bij ons in de bus gooit – het AD ontving. LC ging weer door naar heit en vervolgens nog eens naar skoanheit.
Een super duurzaam systeem natuurlijk met maar liefst vier lezers en twee abonnementen, maar er bleef bij heit een onduidelijkheid waar toch telkens weer dat Algemeen Dagblad vandaan kwam. Totdat hij mij een keer van een afstandje betrapte bij zijn brievenbus. Heit zei niets, tot ik op mijn verjaardag een schoenendoos met daarin een stapel kranten kreeg. ‘Wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten’, had hij er op geplakt. De cirkel was rond.