Vriendelijk #014

Klik, klak, klik. Een jongedame in een mantelpakje wandelt fier over de marmeren vloer van de immense ontvangsthal. Ze draagt een brilletje en heeft een documentenmap onder haar arm. Mijn eerste indruk van haar is dat ze vast een hele hoge functie heeft binnen dit bedrijf. Achter haar aan lopen vier vrouwen van ergens in de dertig. Ze dragen vrijetijdskleding en keuvelen er gezellig op los.

Ze worden gevolgd door twee keurige meneren in driedelig grijs. Grote groepen mensen passeren de hal van een groot bedrijf in Nederland waar ik in de lounge zit te wachten en alle mensen die in de richting van de kantine lopen vanachter mijn krantje gadesla. Bijna automatisch beoordeel ik ze op kledij, gezichtsuitdrukking en diverse andere kenmerken.

Niet veel later passeert de hele meute opnieuw, maar nu in de andere richting. Een man in pak met een jas over de arm loopt druk telefonerend in z’n eentje terug naar z’n werkplek. Een groep jonge mannen in spijkerbroek en vlot overhemd spreken over de kansen in de voetbalwedstrijd van gisteravond.

Uit de lift stapt een gedistingeerde meneer die plaats neemt op de fauteuil niet ver van mij vandaan. Even later komt er een wat ouder man in dezelfde outfit op hem toelopen, geeft hem een hand en vraagt beleefd naar zijn welzijn. Ze praten over zaken waar ik geen verstand van heb en lopen al converserend naar een andere ruimte.

Een jonge donkere vrouw komt langs. Ze duwt een karretje voor zich uit met daarop een emmer met een dweil, wat doekjes en heel veel toiletrollen. Ze inspecteert de koffie automaat en haalt in rap tempo een doekje over de vensterbanken; ze zorgt er vast dagelijks voor dat het gebouw spic en span blijft.

Een meneer in pak rookt een grote sigaar en wandelt driftig het gebouw uit. De zaken die hij in z’n koffertje heeft, zijn vast mislukt. Twee jongedames in korte rokjes lopen al giechelend door de hal. De gedistingeerde meneer die zojuist op de fauteuil heeft plaatsgenomen kijkt even op en volgt de vrouwen.

Opnieuw loopt een wat oudere zakenman de hal binnen. Hij heeft een rode stropdas voor en nadat hij heeft plaatsgenomen op de fauteuil, duikt hij meteen in een krant. Allemaal verschillende mensen en allemaal hebben ze een functie of komen met een bepaalde bedoeling naar dit zakenpand..

Eén ding is echter niet te zien en daar kun je alleen naar gissen: zouden ze zondags ook naar de kerk gaan? Zouden ze de Here Jezus ook kennen? Vaak voordat wij weten wat voor bedoeling een mens heeft, hebben wij ons oordeel al klaar… Hoe ze er ook uitzien, wat ze ook doen, wees aardig en vriendelijk tegen andere mensen; wie weet kom je ze op een andere plaats nog eens weer tegen…