We hebben de smaak weer te pakken en omdat we ons ook vandaag niet laten weerhouden door een buitje hier of daar in verschillende voorspellingen, trekken we meteen na de preek van dominee Hans de Jong met als thema ‘Wandelen met God’ onze wandelkleding aan. We hebben gisteren tijdens wandeling besloten om het Friese Woudenpad van Lauwersoog naar Steenwijk te gaan lopen, om ook weer dagetappes te kunnen maken.
Vandaag beginnen we met de ruim vijftien kilometer lange etappe van Ie naar Broeksterwâld. Dit is niet de eerste etappe van de route, want die heeft een lengte van bijna 22 kilometer en dat past vandaag niet in ons schema in combinatie met eerst een kerkdienst. Bij thuiskomst twijfelen we nog even of we wel gaan wandelen, want de weerberichten spreken elkaar nogal tegen, maar we gaan!
Nadat we onze fietsen hebben geparkeerd op het eindpunt in Broeksterwâld rijden we naar Ie waar we de auto parkeren en rond half een gaan wandelen. Na nog geen tweehonderd meter lopen zien we een geschikt bankje in het zonnetje en daar gaan we zitten voor onze lunch, het is er tenslotte tijd voor.
Al snel daarna lopen we het nog geen negenhonderd inwoners tellende dorpje weer uit, ‘dwers troch de greiden’ langs de Skieppereed in de richting van het Dokkumer Grootdiep dat we voor een groot gedeelte langs het Jaagpad volgen. Heerlijk om zo langs het water te wandelen met af en toe een bootje dat voorbij vaart.
Ter hoogte van Eastrum moeten we even door de ligging van het dorpje met zo’n tweehonderd inwoners even wijken van het water. Dat komt niet helemaal verkeerd uit, want we krijgen ook even te maken met een buitje waarvoor we even kunnen schuilen in de bosjes. Gehurkt zitten we met onze paraplu omhoog te wachten dat de regen voorbij is. We nemen ondertussen maar een broodje.
Lang hoeven we niet te wachten, het is een buitje van weinig betekenis die al snel weer over is gewaaid, er blijft de hele dag wel een stevige wind waaien en Dick moet dan ook regelmatig zijn hoed goed vasthouden. Tientallen koeien staren ons nieuwsgierig aan wanneer we langslopen. Een simpel fluitgeluid zet de hele veestapel in beweging richting het hek. “Hja belibje wat”, zo memoreert Nynke onze wandelslogan.
Het is daarna niet ver meer tot we Dokkum binnen wandelen. Op het terras van restaurant De Posthoorn aan de Diepswal trakteren we onszelf op een kop koffie met een gebakje erbij. Het is gezellig druk in Dokkum, de zon schijnt alweer volop. Deze stad lijkt wel een gezellig plaatsje om te shoppen, zo ontdekt Nynke als we even later nog een stukje van het centrum zien.
Vandaag is echter een wandeldag en we wandelen Dokkum dan ook weer uit. We stevenen af op Damwâld, dat ruim vier kilometer verderop ligt en dan is het niet ver meer tot Broeksterwâld, ons eindpunt qua wandelen vandaag. Van hieruit hebben we echter nog wel een fietstochtje van zo’n negen kilometer voor de boeg en gezien de donkere wolken om ons heen ziet dit er niet al te best uit.
Rond half vijf schuilen we bij een kerkgebouw voor een klein buitje, maar de buienradar waarschuwt voor een fikse bui die zo rond vijf uur bij ons zal zijn. We trekken de conclusie dat we hoe dan ook nat zullen worden en schuilen voor ieder buitje ons niet veel zal helpen. In rap tempo maken we ons klaar voor de fietstocht.
We spreken onszelf moed in door te stellen dat regen ook maar water is en thuis weer een warme douche en droge kleding op ons wacht, maar als we in Wâlterswâld de eerste fikse druppels van de beloofde bui op ons voelen vallen, staan de knooppunten van de route die we volgen toch wel erg ver uit elkaar.
Knooppunt 67, 66, 68, met het verstand op nul en de blik op oneindig trappen we door en hoewel al in Driezum de hevigste bui voorbij lijkt, maakt het ons al niet meer uit: we zijn zeiknat. 77, 81, 82, en dan maakt een knooppunt geen verschil meer als het kerktorentje van Ie in het zicht hebben. Hier staat de auto ergens geparkeerd.
De bui is eigenlijk voorbij als we de fietsen op de auto zetten. Drijfnatte broek, schoenen en sokken uit, vervangen voor droog en met een warme kop koffie erbij voelt het dan ook al snel weer veilig en kunnen we lachen om ons tochtje. Weer thuis nemen we een welverdiend wijntje bij het diner. De eerste etappe is gelopen, de kop is eraf.