zondag 18 oktober 2020
Even voor acht uur loopt de wekker af. Het plan is om even voor negen uur te vertrekken en dan de trein van 9:57 van Winsum naar Groningen nemen. We hebben ervoor gekozen om de route Winsum-Groningen in tegengestelde richting te lopen zodat we de auto niet in de stad hoeven te parkeren.
Als we in de auto stappen is het een beetje miezerig weer en ook onderweg blijft het niet helemaal droog. De twijfel die in ons is of we er wel verstandig aan doen om te aan lopen, praten we hoopvol van ons af: we gaan er voor! Eenmaal in Winsum hebben we nog ruim tien minuten om de auto te parkeren en naar het station te lopen. Omdat we de route niet precies weten en toch op tijd willen zijn voor de trein, moet de pas er even flink in in. Het lukt allemaal helemaal volgens ons schema en vanaf Winsum zien we al snel de gebouwen van Groningen voorbij trekken en niet heel veel later stappen we uit op het station, de treinreis duurde niet langer dan een kwartier.
Het eerste stukje van de route leidt ons zo’n beetje door de stad Groningen. Het is inmiddels redelijk opgeklaard en alleen de natte straten vertonen nog sporen van regenachtig weer. In een parkje aan de rand van de stad kopen we een bakje koffie, het kon voorlopig weleens het laatste bakje kunnen zijn dat we deze reis kunnen nuttigen.
Even buiten de stad hebben we de meegebrachte paraplu nog nodig, maar verder blijft het droog. We wandelen een poosje langs het Van Starkenborghkanaal omdat er op dit moment een omleiding in de route is en we het kanaal niet kunnen oversteken. Op een bankje aan het Reitdiep nuttigen we onze lunch, samen met de opkikker die we tot de standaard uitrusting hebben gebombardeerd. We bewonderen hier onder meer een schutsluis.
Er zijn veel accommodaties gesloten door corona. We beleven dan ook minder dan voorgaande reizen, maar toch maken we er wat van. Met nog een paar kilometers voor de boeg drinken we op een bankje aann het Reitdiep in Garnwerd een bakje thee. We kijken naar de brug die open en dicht gaat en bootjes af en aan laat varen.
“Hja belibje wat!”, merkt Nynke op terwijl ze verwonderd kijkt naar de diverse manieren waarop de bruggen die we zoal tegenkomen functioneren bij het passeren van de bootjes. We kijken elkaar even aan en maken op deze manier ook van dit momentje een speciaal ogenblik. Het is half drie wanneer we gaan lopen en ruim een uur later arriveren we in Winsum. Met ruim 21 kilometer in de benen vinden we het voor vandaag wel welletjes.