Wat doen ouders tegenwoordig eigenlijk nog met een kind?! Dat heb ik me de laatste jaren meer dan eens afgevraagd wanneer ik tijdens wandelingen in de omgeving iedere ochtend weer in alle vroegte auto’s zag stoppen met kleine kinderen er in; het zijn kleinkinderen die bij pakes en beppes worden uitgeladen om op hen te gaan passen zodat hun ouders beiden aan het werk kunnen gaan.
Datzelfde patroon zie ik ook bij basisscholen waar rond de begintijd kinderen uit grote bolides komen van papa die is gekleed in een kostuum. Ze krijgen nog snel een kus en dan hollen ze het schoolplein op. Papa wacht soms niet eens meer of z’n zoon of dochten wel arriveert tussen de andere spelende kinderen, want dan is hij alweer bezig met de digitale agenda, een telefonische afspraak of de gaspedaal.
Zowel vader en moeder heeft in een tijd waarin ook nog eens bijna vierentwintig uur in een dag functioneel moet worden gebruikt een baan, want de hypotheek van onze riante woning moet natuurlijk wel worden afgelost en natuurlijk willen ze een flinke boterham en een toch wel enigszins moderne smartphone en een leuk autootje.
“Kin mem ek ús famke passe”, zo hoorde ik laatst een zoon aan zijn moeder vragen. Zijn dochter was ziek en met de huidige maatregelen tegen griep hoef je dan bij een crèche ook niet meer aan te kloppen. Toen bleek dat ‘mem’ ook niet in de gelegenheid was en dus een van de ouders wel vrij moest vragen of thuis werken, werd het ‘famke’ al bijna een lastpost.
In mijn kindertijd was ‘mem of heit’ er altijd wanneer we haar nodig hadden, er was altijd iemand thuis. Thuiskomen gaf dan ook altijd een warm gevoel en ik weet me dan ook gezegend met een warm nest. Is het niet logisch dat de jeugd van tegenwoordig haar heil ergens anders zoekt als ‘heit en mem’ hen uitbesteden aan ‘pake en beppe’, de crèche of ergens anders? Een kind voelt meer dan je denkt…