Heerlijk languit lig ik op de bank te lezen; het boek dat ik na het lezen van het eerste hoofdstuk had weggelegd, geef ik vandaag een laatste kans. In een recensie werd deze thriller namelijk vergeleken met de ontvoering van Alfred Heineken – het gedetailleerde verslag van zowel de voorbereiding als de daad zelf dat ik al minstens vier keer heb gelezen – en dat leek me wel wat. Het viel me dan ook viest tegen dat ik me echt door het eerste hoofdstuk moest worstelen.
Hoofdstuk twee boeit me echter meteen en de herkansing is dan ook zeer zeker geslaagd: nog geen uur later ben ik zo geboeid door de beschrijving van gewapende bankovervallen en de voorbereidingen hierop dat ik m’n koffie bijna koud laat worden. Terwijl het buiten koud en regenachtig is, lig ik heerlijk ontspannen op de bank te lezen en dan vliegt de tijd voorbij…
Twee dagen later leef ik al dusdanig in de sfeer van het boek dat ik mijn huisgenote steeds vaker plotseling onder schot neem en zelfs al diverse overval-scenario’s bedenk; het lijkt zo gemakkelijk te gaan om een bank naar binnen te gaan en met een wapen mensen geld afhandig te maken… De volgende dag is het eerste levende wezen dat op mijn pad komt de pineut: de poetsvrouw!
Onder dwang van een (alarm)pistool moet ze haar handen omhoog doen, op de knieën gaan zitten en mij al haar geld geven! Hoe goed ik alles ook in mijn gedachten heb voorbereid, mijn eerste gewapende overval mislukt. Mijn slachtoffer heeft namelijk geen cent op zak en bovendien neemt ze mij allerminst serieus en dus sla ik zonder buit op de vlucht.
Ondanks dat ik regelmatig de beschuldiging ‘dû doochst net‘ voor de voeten krijg geworpen, durf ik te beweren over een gezond portie verstand te beschikken en dit soort gewelddage actie’s dan ook nooit in de praktijk te brengen. Af en toe een geintje moet kunnen, maar laten we vooral ons gezonde verstand gebruiken en bovendien waan en werkelijkheid uit elkaar houden!