Het suist nog wat na op mijn wang… Vanochtend heb ik een enorme klap in mijn gezicht gekregen van mijn echtgenote! Niet dat ze mij mishandelt of mij op een andere manier de baas probeert te zijn, het was wel een klein beetje mijn eigen schuld, durf ik toe te geven. Een van de eigenschappen die ik maar niet kwijt kan raken is dat ik soms nogal wat kwajongensstreken heb en graag mag klieren.
Wat was er vanochtend aan de hand? Nynke zat aan haar ontbijt en had even haar ogen gesloten om hiervoor een zegen te vragen. Het was misschien niet heel eerbiedig, maar ik heb op dat moment heel stilletjes mijn hoofd vlakbij dat van haar gebracht om haar – zodra ze de ogen zou openen – een ochtendkus te geven.
Dat liep even iets anders. Na het openen van haar ogen schrok ze zo enorm van mijn gezicht zo dicht bij dat van haar, dat ze daarop reageerde met een schrikreactie; een soort van verdedigingsmechanisme dat ik wel ken. Meestal zet ik uit voorzorg mijn bril al even af, om deze maar te sparen. Deze klap miste dan wel mijn bril, maar kwam wel behoorlijk hard aan, zo voluit op het wang.
Het is haar bij voorbaat vergeven, het was immers mijn eigen schuld. Gisteren had ik haar ook zo geweldig laten schrikken. Nynke was de glazen buitenom aan het schoonmaken en ik had mijn hoofd heel voorzichtig ergens in de vensterbank ‘gelegd’. “Aaarrgg!!!”, zo klonk het over de buurt toen ze me ontdekte. De buurman – die bij dit prachtige voorjaarsweer ook buiten aan het werk was – vroeg voor de zekerheid maar even of alles in orde was.
En zo weet ik wel welke reactie ik kan verwachten op een bepaalde actie. Een goede kennis van ons weet dit inmiddels ook. Onlangs fietste hij heel stilletjes vlak bij ons langs toen we aan de wandel waren. Hij stopte met een buitengewoon lawaaiige groet vlakbij ons. Nynke schrok zich ook hier het apelazarus en haalde meteen uit met haar rechtervoet. De trap raakte juist deze mijnheer zijn zere knie. Tja, ook hier was eigen schuld dikke bult.