Jeu-de-boules met kersenpit

Wat goaist dêr no hieltyd fuort?” We zitten thee te drinken in de tuin en eten daarbij lekkernijen uit een schaaltje kersen: de pitten gooi ik telkens achterover in de tuin of ze gaan rechtstreeks vanuit mijn mond het gras in. Daarbij probeer ik op een gegeven moment zoveel kracht bij te zetten dat het me lukt om de pitten toch minstens een meter ver weg te doen geraken.

“Wedstrijdje doen?”, stel ik dan in een spontaan moment voor en de glimlachende blik van Nynke vertelt me dat ze de uitdaging aangaat. We plaatsen de stoelen dusdanig in één lijn dat we een soort van startlijn hebben en beginnen te schieten, Nynke mag eerst en overbrugt een afstand van bijna twee meter. Dan ben ik aan de beurt en ga er bijna tien centimeter overheen.

Daardoor barst de strijdlust echt los. We blijven wel steeds dichtbij elkaar, waarbij we de regels van de jeu-de-boules zo’n beetje aanhouden. Dan ineens schiet Nynke zo ontzettend ver dat we beiden rechtop in onze stoel zitten: woow! We kijken elkaar even aan en dan beginnen we om onszelf te lachen. Waar zijn wij nou eigenlijk mee bezig? Waarom hebben we nu zo’n lol?

De kracht waarmee wij onze orale uitwerpselen de tuin in werken neemt wel af door het uitbundig lachen, maar wij hebben even weer een bijzonder moment ervaren, zomaar op een zomerse dag bij het drinken van een bakje thee. En dat allemaal door het eten van kersen samen met het verzinnen van een spontaan idee. De kersenpittenstrijd win ik niet, maar de winst zit ‘m wel in het fijne moment van de dag.