Altijd weer maakt mijn hart een klein sprongetje als ik krantenkoppen lees van het formaat zoals kortgeleden in de regionale krant: ‘NGK wil samen vergaderen met GKV.’ Iedere vorm van fusie of samenwerking tussen kerken maakt me namelijk blij. Waar het ooit allemaal is misgelopen en hoe deze geschiedenis ook is gegaan, eigenlijk wil ik me er helemaal niet in verdiepen en me slechts richten op de toekomst en het nieuw Jeruzalem. Natuurlijk weet ik ook wel dat je de oorzaak moet kennen om het probleem op te lossen, maar ik denk dat we ons dan in dit geval vast allemaal weleens flink achter de oren mogen krabben.
Er is de laatste jaren sprake van een ongekende verbreding in relaties tot andere kerken, zo laat de voorzitter van één van de vergaderende instanties weten. Hij geeft ook aan dat kerkmuren minder belangrijk zijn geworden en we elkaar steeds meer over de kerkmuren heen hebben leren kennen. Niet alleen het feit dat ons huwelijk geen kerkmuren kent geeft ons de vrijheid om ons in meer dan één kerkgemeenschap thuis te voelen, nog nooit heb ik het belangrijk gevonden vanuit welk gebouw ik een volgeling van Jezus mag zijn!
Wij voelen ons dan ook geheel vrij om zondags af en toe naar een andere kerkdienst te gaan dan die van waar we lid zijn. Daardoor merken we dat zowel de structuur als de inhoud van een kerkdienst lang overal niet gelijk is en dat deze visie onze blik op de diverse bestaande kerken inmiddels al behoorlijk heeft verbreed; het is daarom ook niet verkeerd om dit soort oogkleppen af te zetten, zo durf ik te zeggen.
Onlangs was ik te gast bij een gemeentevergadering van de buurgemeente. Daar werd – zonder dat er overigens concrete plannen werden ondernomen – genoemd dat deze gemeente ‘behoorlijk zwaar in de top’ zit met betaalde krachten. Mijn gedachten namen meteen de vrije loop en met de gegevens uit het genoemde krantenartikel over de samensprekende kerken in mijn achterhoofd, had ik al een oplossing bedacht waarbij het mes aan meer dan twee kanten snijdt. In het artikel wordt namelijk ook geschreven over onderlinge beroepbaarheid van predikanten. Nou, dan moet onderlinge kanselruil toch al helemaal een mogelijkheid zijn…
Bij de PKN in Surhuisterveen hebben ze twee dominees, wij hebben er geen. Eén plus één is hier dan toch minstens drie?! Kunnen we meteen wat ruiken aan elkaars protocollen en andere gebruiken. Bovendien hoeven we niet eens meer reiskosten te betalen want zowel ds. Johan van der Sleen als ds. Wabe Jan van Dijk hebben wel een fiets of wonen zelfs op loopafstand van De Regenboog. Tjonge, van dit soort ideeën maakt mijn hart niet alleen maar sprongetjes, maar gaat soms zelfs helemaal op de loop.
Of ik een fusie nog ga meemaken, ik denk het, maar niet zo’n kanselruil in ons eigen dorp zou in ieder geval een begin zijn tot nadere kennismaking van christenen waar in het verleden verschillende stickers op zijn geplakt. Voel je vrij om te fantaseren over de eenheid die in Psalm 133 wordt beschreven, voel je vrij om minder in hokjes te denken; voel je vrij om te denken over de kerkmuren heen.
(Deze column is gepubliceerd in kerkblad De Regenboog van mei 2017)