Rokersgeur

Hjir rookt ek ien“, zo merk ik op bij het binnentreden in de woning van degene waar ik een afspraak mee heb. Deze jongedame woont in een complex waarvan de deuren van diverse appartementen uitkomen in één hal en de geur die hier heerst liegt er allerminst om. Het schijnt de beneden buurrouw te zijn die regelmatig een pakje check rookt en alleen iemand die niet rookt herkent deze geur als uitermate indringend en vies.

Hier zijn we het als niet-rokers snel over eens en we laten de deur dan ook niet langer open dan nodig. Het gesprek waarvoor ik kom gaat over heel andere onderwerpen en ik ben dit punt al lang weer vergeten, totdat we afscheid nemen en ik mijn jas weer aantrek. Het is niet dat mijn geheugen zo sterk is dat het meteen weer herinnert aan de discussie over de rokers, maar het is de indringende lucht die me meteen weer tegemoet komt wanneer ik de hal in loop.

Ik sil de stjonkende  rûmte wer yn“, zeg ik zowel gekscherend als sarcastisch. Ja, het is toch eenmaal zo dat dit alles behalve lekker ruikt en ook nog eens hartstikke ongezond is?! Als ik de trap af loop naar beneden, tref ik in de deuropening de veroorzaakster van de geur, die hoogstwaarschijnlijk mijn opmerking wel heeft gehoord. Ik besluit dan ook om maar niet net te doen of er niets aan de hand is en speel open kaart.

“Ja, we zeiden net tegen elkaar: die rokers die laten het hier niet al te fris ruiken…” Oeps, en dan krijg ik de wind even van voren: ik moest zelf maar eens een jaar alleen zitten! Deze mevrouw blijkt een jaar geleden haar man verloren te zijn. Het gaat me even te ver om de discussie aan te gaan of dat een reden is om dan maar te gaan roken.

Van de sterke aantrekkingskracht tussen stress en nicotine is mij wel iets bekend, maar of er iets goeds uit voortkomt, dat durf ik te betwijfelen. Mevrouw vertelt me dat ze een hele poos van het roken af is geweest en in de periode van verlies weer is begonnen. Ze kruipt in een slachtoffer-rol en verdedigt zich aan alle kanten voor haar rokersgedrag.

Ik laat de waarheid in het midden en zwijg zoveel mogelijk. “Nou, een ander heeft er meer last van dan ik”, besluit ze haar betoog en keert zich dan om om een sigaretje te gaan roken. Hmmm, een beetje egoïstisch durf ik het stiekem nog wel te vinden, maar ook dit laat ik maar zo. Maar het stinkt wel enorm! En het is ook nog eens ongezond!