Harmonieus

“Wat is dit?!” Bijna verontwaardigt reageerden sommige kerkgangers de laatste zondagochtend voor Kerst in de Ichthus toen ze zagen dat iedere bezoeker keurig naar het middenvak werd gedirigeerd. Hevige sneeuwval had er voor gezorgd dat het aantal thuisblijvers groot was en er grote gaten in het publiek zouden verschijnen. Daarom was het idee geopperd om iedereen ‘lekker smûk’ in het middenvak te laten plaatsnemen en zelfs de kerkenraad had het vaste voorste bankje aan de rechtervleugel verruild voor die van het middenvak. Zo zaten we er warmpjes en gemoedelijk bij, hoefde de dominee niet tegen al die lege plek ken aan te kijken en was het voor het uitdelen van de pepermuntjes en het inzamelen van de collecte een stuk gemakkelijker.

Toch voelde het voor ieder die zich een vast plek in de kerk heeft toegeëigend in het begin een beet je onwennig. Even moesten we afwijken van ons vaste patroon. U begrijp vast dat dit koren op de molen is van uw redacteur want ik heb al eens eerder laten doorschemeren dat ik absoluut geen voorstander ben van min of meer gereserveerde zitplaatsen; eigenlijk zou ik niets liever willen dan dat iedereen gewoon in volgorde van binnenkomst zou aan schuiven vanaf de voorste bank tot deze vol is en dan zo naar achteren; willekeurig dus, en niet zoals we gewend zijn naast de personen waar we bekend mee zijn, de veilige plekjes. Het is bovendien allesbehalve gastvrij  om zitplaatsen toe te eigenen. Ik heb gasten in de kerk gezien die nogal ontstemde blikken toe kregen geworpen als bleek dat ze op de plek van één van deze vaste kerkbezoekers waren gaan zitten.

Vaste patronen en het vasthouden aan tradities, daar zijn wij christenen sterk in. Daar zal toch wel enigszins verandering in moeten komen als we straks als christelijk gereformeerd en vrijgemaakt als één gemeente verder willen gaan. We zullen onder meer oude tradities en oud zeer achter ons moeten laten willen we samen één zijn. Willekeur is absoluut ongepast bij het vormen van een harmonieus gezelschap. Het vormen van een eenheid, die opdracht hebben we immers heel duidelijk.

Zo beveelt Paulus ons in Efeziërs 4 om ons in te spannen de samenbindende kracht van eenheid en vrede te bewaren die de Geest ons geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. In die gedachte is geen plek voor toegeëigende plekjes, vele verworvenheden en diverse regeltjes die door ons mensen zijn opgesteld. Voor regeltjes hoeven we alleen maar te kijken naar de twee geboden waaraan de ganse wet ten grondslag ligt. Wanneer we elkaar met deze liefde tegemoet treden dan weet ik zeker dat alle obstakels heel snel uit de weg zullen zijn.

Geef een reactie