‘Hoe heeft God ons bedoeld?’ Dit is een van de vragen die we deze ochtend krijgen voorgelegd. We hebben zojuist een voorstelronde gedaan na onze eerste overnachting in Noorwegen en allemaal in het kort ons levensverhaal verteld. De rest van de dag gaan we aan de slag met een stiltechallenge, de stem van binnen in je laten verstommen om Gods stem te horen. Dat gaan we doen op een stilteplaats, zo’n drie kilometer bij onze accommodatie vandaan.
“Daar kom je op een plek, daar houdt de weg op”, zo heeft onze reisleider Jaap aangekondigd. “Dat is het einde, je kunt gewoon niet verder!” De enorme berg aan de overkant van het fjord waar ik wandel, is het eerste dat me enorm overweldigd op de wandeling daar naartoe. Ik voel me heel klein en daarbij een soort van verlangen om deze berg te gaan beklimmen. Heel stilletjes hoor ik roepen: ‘kom maar’, en ik beantwoord dit door een lied dat ik in mij hoor. ‘Hier is mijn hart Heer…’
Maar hoe kom ik dan aan de overkant? Ik besluit me er niet druk om te maken en ga wandelen. Ik overdenk daarbij mijn leven aan de hand van het verhaal dat ik vanochtend heb verteld. Het kent hoogte- en dieptepunten en ik ben al genietend van diverse mooie en minder mooie dingen op weg naar het einde, net zoals ik nu wandel naar het einde van het pad.
Wat ik daar aantref, ik weet het niet, en daarom geniet ik van al het mooie dat ik zie. Prachtige bergen, blèrende schapen, in de verte tsjilpende vogels. Maar ik zie ook de gedumpte rotzooi, verroeste auto’s met kapotte glazen en andere troep waarvan ik me afvraag waar het vandaan komt en waarom we er met z’n allen zo’n enorme dikke bende van hebben gemaakt.
Aangekomen aan het einde van het pad – de stilteplaats – doet hetgeen ik zie en ervaar me alles vergeten. Wat een uitzicht! Wat een rust! Ik kijk nogmaals omhoog bij de enorme berg die ik wel zou willen beklimmen. ‘Nog een rivier’, zo herinner ik mij ineens het lied van Matthijn Buwalda dat we met Hemelvaart massaal samen hebben gezongen. ‘Nog een rivier, dan ben ik vrij!’
Die rivier die mag ik oversteken als God zijn hand uitsteekt naar mij met de vraag of ik de berg wil beklimmen en daarvoor de rivier wil oversteken. Het einde van het pad betekent voor mij niet dat alles voorbij is. Nee, het einde betekent hier een nieuw begin! Het plan dat God heeft met mijn leven zal me wellicht nooit duidelijk worden, de dieptepunten… ik zal niet vragen naar het waarom.
Maar tot aan dat nieuwe begin wil ik genieten van alle mooie dingen, verkeerde dingen goed maken, foute gedachten los laten en te luisteren naar de stem van God die zegt: ‘jij bent goedgekeurd voor mijn Koninkrijk, jij bent vrij.’