Nagenoeg iedere dag gaan ze wel even kijken. Sinds enkele weken runnen Herrick de Bruin (11) en Niels Wassenaar (10) samen een groentetuintje op het terrein van de volkstuintjes aan De Nachtegaal. Ze zijn de jongste tuiniers van het dertig are grote gemeentelijke terrein in Surhuisterveen dat grotendeels bezet is met overwegend oudere tuinmannen en -vrouwen.
Hun groenten groeien als een tierelier en voor de vuist weg noemen ze een aantal geplante zaadjes die al op zijn gekomen: radijs, aardbei, wortel en courgette. Herrick kijkt al naar uit naar de dag dat ‘mem’ een keer geen eten hoeft te kopen en ze hun eigen groenten eten. Hij wil graag kok worden en het toeval wil dat Niels hoteleigenaar wil worden. “Wa wit wurkje wy letter wol mei-inoar.”
“Wy binne noch net hiel profesjoneel”, oordeelt Niels wanneer hij kijkt naar de tuiniers om hen heen. “Mar de minsken reagearje wol hiel posityf en wy krije in soad tips.” Veel werk hebben ze gehad om het hardnekkige onkruid kweek te verwijderen, maar van hun collega’s kregen ze daarvoor een machine te leen en toen ging het een stuk gemakkelijker.
Herrick’s moeder Foekje de Bruin heeft dit jaar voor het eerst een halve are grond gehuurd om te proberen. Om hun jongens te verrassen kocht ze voor Herrick en Niels ieder een groentebak en daardoor raakten ze enthousiast voor het tuinieren. “Hja moat se wolris op ideeën bringe”, weet Niels’ moeder Ypie Wassenaar. “Oars bliuwe se altyd mar efter de kompjûter hingjen.”
De jongens hebben al geleerd hoe nuttig de functie van een regenworm is, ze weten nu dat hun groente regelmatig water moet hebben en dat ook bemesting nodig is. Ze zijn beslist niet bang voor vieze handen en ook hun moeders hebben er geen moeite mee wanneer ze eens bemodderd thuiskomen. “Sy binne samar wer skjin!”
In de pauze op het schoolplein maken Herrick en Niels afspraken over de werkzaamheden en wanneer ze elkaar zien bij de tuinen. Samen met hun moeders willen ze er een gezellig tuintje van maken met onder meer een bankje waar ze lekker rustig kunnen zitten genieten. “Wy moatte net altyd mar game, út en troch efkes by ús túntsje sjen is allinnich mar goed.”