Het was niet eens de langste route die we wandelden in het gedeelte van het Pieterpad dat we de komende week af gaan leggen. Wat er precies loos was weet ik niet, maar je hebt soms van die dagen dat niet alles zo gesmeerd loopt. Al op de helft van de wandeling ging ik steeds vaker op de kaart zoeken naar het einde van de route: hoe ver moeten we nog?
Blij was ik toen het eindpunt voor deze eerste dag was bereikt. Als een berg keek ik dan ook op tegen de volgende dag: deze wandeling zou minstens nog een uur langer lopen zijn. Blijkbaar lopen mijn zaakjes vandaag iets meer gesmeerd, want voor ik het in de gaten heb, zitten we deze volgende dag op een terras aan de koffie met een derde van de reis achter ons. Vandaag voel ik me niet alleen een stuk fitter, ik pak het ook met mijn gedachten iets anders aan.
Het telkens op de kaart kijken waar we zijn en hoe ver we nog moeten laat ik achterwege. Genieten van onder meer de prachtig heuvelachtige omgeving, heerlijk wandelweer, schitterend wijds uitzicht over de heide, zelf geplukte bramen, brood met een bekertje opkikker, een bakje thee en van elkaar doe ik des te meer. Eigenlijk loopt het vandaag allemaal honderdtachtig graden anders.
Keek ik gisteren nog vol tegenzin tegen het pad dat ik nog moest gaan, vandaag ben ik me van moment tot moment bewust van het leven, ik leef in het hier-en-nu en maak me geen moment zorgen meer om wat komen gaat. Ik geniet volop en voel een momentje een knipoog van de Heer. ‘Geen zorgen voor de dag van morgen’, zo staat in Matteüs. Vandaag ben ik even op het rechte spoor gezet, ik geniet van de dag en maak me geen zorgen meer om wat komen gaat.
(Deze column is gepubliceerd in Kruispunt van september 2021)