“Klopt it dat dyn fyts ophelle wurdt?” Nynke heeft even voor negen uur haar fiets geparkeerd bij de tandarts voor een afspraak en ondertussen heeft Dick het fietsenrekje opgehaald. We gaan vandaag de eerste etappe van het Friese Woudenpad lopen en we willen zo vroeg mogelijk vertrekken. Een oplettende tandartscollega heeft Dick betrapt, maar het klopt dat de fiets wordt opgehaald. Meteen na de behandeling rijden we met beide fietsen achterop richting Ie, waar we ze parkeren bij de bushalte. We rijden door richting Lauwersoog alwaar we de auto parkeren om de wandeling Lauwersoog-Ie aan te vangen. Om twintig over tien kijken we vanaf de dijk uit over de Waddenzee. De lucht zier er grijs en grauw uit, maar het is droog.
Na een klein half uurtje wandelen langs de dijk vinden we het tijd voor een bakje koffie. Dan verlaten we de kustlijn en trekken de af en toe behoorlijk drassige weilanden in. Het enigste dat we hier horen is de wind en ganzen. Bijna een uur na ons bakje koffie aan de dijk kruisen we via het tunneltje de H.M. Gerbrandywei en nemen een tweede bakje. Echt een zitplaats vinden we hier niet en omdat het ook nog eens behoorlijk fris is, nemen we niet ruimschoots de tijd voor de koffie en stevenen al snel af op Eanjum en als we dit ruim duizend inwoners tellende dorpje gepasseerd zijn duurt het niet lang of we hebben het zicht op Esonstad.
Aan de rand van dit bungalowpark aan het Lauwersmeer in Oostmahorn vinden we rond kwart over twaalf een zitplaats voor onze lunch. Even toilet maken na de lunch of een winkeltje bezoeken in de stad zit er niet in, er is weinig te beleven op dit ogenblik, en daarom wandelen we verder langs de dijk waarop we aan de linkerhand nog even een blik werpen over het Lauwersmeer. Hoewel we af en toe zelfs een zonnestraaltje hebben gezien als knipoog van het heelal menen we nu in de verte toch wel stevige buien te zien hangen, maar deze laten we al filosoferend om ons heen trekken en zo lijkt het ook te gebeuren; we houden het almaar droog, we genieten van het uitzicht – we zien af en toe in de verte zelfs hertjes voorbij dartelen – de stilte, de rust en van elkaar…
Als de lucht dan zelfs ietwat lijkt op te klaren, zijn het een aantal schapen die ons de weg blokkeren maar als we dapper doorlopen zijn deze snel vertrokken. Op een bankje bovenaan een dijk vinden we een bankje om een broodje te eten. Hier zijn het twee ezels die ons van gezelschap dienen. Het lijkt alsof we nu echt de polders in trekken en al snel spreekt Nynke niet meer van wandelen maar van strompelen door de drassige grasvelen. Even vragen we ons af wat er eigenlijk leuk is aan hetgeen we doen, maar een blik om ons heen geeft het antwoord en doet ons zwijgen. Deze stilte en weidse blik blijft prachtig.
Als drassige weiden over gaan in een pad met koeienmest, zijn we toch blij dat de toren van Ie steeds dichterbij komt. In buurtschap de Tibben horen we de klok van Ie drie maal slaan. We wandelen lekker door en om twintig over drie zitten we op het eerste de beste bankje dat we tegenkomen in het dorp van onze eindbestemming. Helemaal eindbestemming is het echter niet: er staat ons nog een fietstochtje van zo’n vijftien kilometer te wachten. Maar we hebben de wind mee en het fietsen voelt zelfs aan als lekker uittrappen van de benen. Even voor half vijf hebben we de auto bereikt. We plaatsen de fietsen er op, halen de grofste poep van de schoenen en rijden richting Lauwersoog voor een heerlijk bakje koffie.
Ondanks dat het nog behoorlijk op tijd is, besluiten we om bij dit restaurant van vishandel Sterkenburg ook een schoteltje te eten. We zijn beiden moe en we zitten dan ook niet te wachten op de wegversperring die ons brengt op plaatsen waar we helemaal niet willen zijn. Het wordt steeds stiller in de auto. Bij thuiskomst kijken we tijdens een duik in het bad met een wijntje erbij alles terug op een heerlijk dagje wandelen. Etappe 3 here we come!