Jan Kooy moet een open hart operatie ondergaan. Als zwembadmedewerker kent hij veel bezoekers en die leven erg met hem mee. Als er complicaties optreden en Jan’s leven even aan een zijden draadje te lijkt te hangen, willen de zwembadgasten ieder uur op de hoogte worden gesteld. Ik besluit een verslag te maken dat iedere dag op de deur van de kantine te lezen is.
Maandag 27 juli
In de loop van de middag komt het bericht dat de operatie is geslaagd. Jan heeft drie omleidingen gekregen, het lijkt allemaal redelijk goed. Hij blijft op de intensive care en kan – afhankelijk van het herstel – mogelijk later op de dag alweer verhuizen naar de afdeling.
Dinsdag 28 juli
Nadat het team op de intensive care eerder op de avond heeft geconstateerd dat er complicaties zijn, wordt in het begin van de nacht besloten het operatieteam op te roepen. Opnieuw gaat Jan onder het mes; er zijn lekkages rondom de hartstreek en dat moet worden hersteld. De operatie duurt ruim twee uur en de chirurg is na afloop van deze tweede ingreep niet geheel gerust op de situatie, hij noemt deze zorgelijk.
Twee van deze ingrijpende operaties binnen 24 uur zijn toch een fikse opdonder voor het menselijk lichaam. Jan wordt de hele dag in slaap gehouden, beademd en continu nauwlettend bewaakt. Dit is toch een behoorlijke tegenslag die het herstelproces hoogstwaarschijnlijk aanmerkelijk zal verlengen.
Woensdag 29 juli
Langzaam aan wordt Jan wakker. Af en toe opent hij z’n ogen en kijkt dan ietwat versuft om zich heen, maar hij herkent wel de mensen rond zijn bed. Heel adequaat reageert hij door middel van knikken of schudden met zijn hoofd op vragen die gesteld worden. Antwoorden kan hij nog niet door de beademingsbuis in z’n keel.
Hoogstwaarschijnlijk is het ook deze buis die er voor zorgt dat Jan een benauwd gevoel heeft. Dat is ook niet onlogisch: je bent half wakker en merkt dat er een enorme buis in je keel hangt. Hij is dan ook erg onrustig en beweeglijk. De beademing kan mogelijk morgen al worden verwijderd.
Jan heeft geen pijn zo geeft hij zowel in de middag als in de avond te kennen. Volgens de verpleegkundigen die bij hem zijn werkt het hart goed en werkt Jan erg hard aan zijn herstel. Ze melden ook dat de meest zorgwekkende toestand nu voorbij is en daardoor zijn we voor vandaag toch gematigd positief.
Het is best wel een beetje beangstigend om Jan aan zoveel buisjes, slangetjes en metertjes te zien bevestigd. Hij ligt ietwat hulpeloos aan de machines en het is net alsof hij af en toe met zijn hand iets duidelijk wil maken. Op de vraag of we de groeten moeten doen aan iedereen die naar hem vraagt, knikte hij heel duidelijk ‘JA’, dus bij deze: u moet de groeten van Jan hebben!
Donderdag 30 juli
Jan is nu van de beademing af, dat doet hij weer op eigen kracht. Gezien de situatie van dinsdag is de arts tevreden over de gang van zaken. Wel klaagt Jan de hele dag over benauwdheid; hij is kortademig en heeft een erg rauwe keel die hij voortdurend aan het schrapen is. Dit komt waarschijnlijk door verwondingen die de beademingsslang heeft achtergelaten.
Hij is nog erg suf maar kan af en toe – met een schorre stem – heel duidelijke antwoorden geven op vragen die hem gesteld worden. Na even nadenken weet hij bijvoorbeeld vlot te vertellen dat het vandaag donderdag is, heeft hij redelijk in de smiezen dat het allemaal iets anders is gelopen dan eigenlijk de bedoeling was en dat hij veel geduld zal moeten hebben.
Er wordt in het MCL goed voor Jan gezorgd, zonder twijfel noemt hij de verzorging zelfs perfect. Zoals het nu lijkt mag Jan vrijdag van de intensive care af en verhuist hij naar een andere afdeling. De kaarten die hij heeft gekregen, kan hij nog niet bekijken maar hij geeft wel te kennen erg blij te zijn met het meeleven.
Vrijdag 31 juli
Door de aanhoudende benauwdheid is Jan vandaag niet verhuisd en verblijft nog op de intensive care. Hij zit af en toe al even in de stoel en langzaam aan is een begin gemaakt met activeren van het lichaam; Jan heeft zelfs al even gefietst. Zijn oogopslag is veel helderder, hij krijgt alweer wat praatjes en heeft zelfs alweer wat grapjes gemaakt. Jan klaagt niet meer over kortademigheid, maar maakt wel gebruik van een zuurstofkapje. Hoewel de cijfertjes op de monitor waar hij aan hangt geleidelijk de goede kant op gaan, is hij na een paar minuten bezoek alweer doodop.
Zaterdag 1 augustus
Vandaag heeft Jan een paar uurtjes op de stoel gezeten en een eindje gelopen. “Ik bin noch neat hjer”, is de conclusie die hij daarna trekt. “It is wol dreech allegear”, vindt hij maar voelt zich toch redelijk goed. Jan heeft alles weer redelijk op een rijtje en, geeft bijvoorbeeld alweer tips over de machinekamer en zegt tegelijk de werkzaamheden bij het zwembad erg te missen.
Hij vraagt hoe druk het vandaag in het zwembad is geweest, of het peuterbad wel is gevuld en of er wat drukte is geweest bij de Pieter Weening Classic. De verpleegsters vindt hij allemaal erg lief en hij heeft zelf al geregeld dat er een televisie naast zijn bed staat. Zolang hij nog zuurstof toegediend krijgt, blijft Jan nog op de intensive care.
Maandag 3 augustus
Jan heeft de intensive care verlaten en heeft nu een kamer voor zich alleen met breedbeeld uitzicht op de hoofdingang. Het hele bezoekuur zit hij op de stoel, geeft duidelijke antwoorden en informeert naar allerlei zaken over zwembad en Surhuisterveen. “Sinds gisteren gaat het hartstikke goed”, zo oordeelt Jan over zichzelf.
Hij heeft vandaag al soep en broodjes gehad en het slangetje voor de sondevoeding door z’n neus heeft hij dan ook niet meer nodig. Naar verwachting blijft hij nog minstens de hele week in het ziekenhuis in Leeuwarden. Hoewel Jan zich uitstekend voelt, is zijn conditie nog absoluut niet op peil en hij heeft dan ook nog geen behoefte aan bezoek buiten de familie om.
Donderdag 6 augustus
Jan is woensdagochtend overgebracht naar Nij Smellinghe in Drachten. Dit is een goed teken en eerder dan aanvankelijk verwacht. Onderweg heeft hij dikke lol gehad met het ambulancepersoneel maar na de aankomst in het Drachtster ziekenhuis was Jan toch wel bekaf. Hij eet alles weer, slaapt weer beter en is zelf heel tevreden over de gang van zaken. “Het gaat langzaam aan beter”, zegt hij zelf, maar bezoek vindt ’ie nog erg vermoeiend en buiten de familie om heeft hij er dan ook nog niet echt belang bij. De kaarten die hij heeft gekregen waardeert hij enorm en hij bedankt de afzenders er van dan ook!
Vanmiddag is Jan in de rolstoel even naar buiten geweest en heeft erg genoten van het schitterende zomerweer. “Dit mis ik hiel bot”, zei hij bij het voelen van de eerste zonnestralen. Na het eten van een ijsco en een kort bezoekje aan zijn toekomstige verblijf de Marrewyk is zijn bed weer de plaats waar hij wil zijn. Vrijdag wordt langzaam een begint gemaakt met onder meer fietstherapie en traplopen.
Maandag 10 augustus
Het genezingsproces verloopt bijzonder goed, Jan maakt het prima en is zeer opgewekt. Het gaat zo goed dat hij de periode Marrewyk – waar hij na het ziekenhuisverblijf nog enkele dagen zou logeren – niet nodig is en Jan naar huis mag. Bezoek blijft echter nog zeer vermoeiend en de therapeuten raden dit dan ook af. Zodra hij fit genoeg is, zal hij ongetwijfeld spoedig een bezoekje brengen aan Wettervlecke. Dan kan iedereen met eigen ogen zien hoe Jan het maakt en een praatje met hem maken.
De berichtgeving op deze manier komt daarmee ten einde. Oant sjen!