Hoewel ik in mijn jeugdjaren regelmatig met de polsstok de weilanden in trok, heb ik nooit een eierzoekerskaart aangeschaft. Nee, ik ging vooral voor de rust en de natuur, het zoeken van eieren is nooit mijn hobby geweest. Tegenwoordig word ik min of meer gedwongen om toch te gaan ‘aaisykjen’, eenzoekerskaart heb ik ook nu echter niet voor nodig.
Eén van onze kippen heeft namelijk de vreemde gewoonte aangeleerd om iedere dag weer uit de ren te ontsnappen en hoewel dit meestal met een handjevol voer zomaar weer is opgelost, lukt het af en toe niet om de kip weer te vangen: ze reageert dan nergens op en dit kan slechts twee betekenissen hebben: of ze is de prooi geworden van een ander dier, of ze is aan de leg.
Later op de dag komt ze tot nu toe wel weer tevoorschijn en dus blijft er maar één oplossing over: ons kippetje legt haar eitjes op een andere locatie. En dus ga ik regelmatig op onderzoek uit, meestal echter zonder resultaat. Totdat ik op een middag op een nestje stuit met daarin wel tien eieren! Heel mooi natuurlijk, maar ze kunnen zo de kliko wel in, want ik heb geen idee hoe oud ze zijn.
De volgende dag keer wordt het ei echter niet weer in datzelfde nestje gelegd en komt de kip al kakelend ten teken van een nieuw legsel ergens bij de buren uit de tuin. Tjonge jonge, moeten we nu de buren ook nog gaan inschakelen om te gaan ‘aaisykjen’, of komen we nog achter de oorzaak van deze vreemde manier van produceren? Is deze kip nu van-de-leg of gek-yn-it-kopke?