Meedoen

Meedoen 2010 DSC_9337Een echt fanatieke sporter ben ik nooit geweest en zal ik wellicht niet worden. Ik keek dan ook hoog op bij de prestatie van Sietze van der Meer toen hij zestien jaar geleden de eerste Feanster 40 mee deed en ik met een kladblokje en fototoestel aan de kant stond voor de verslaggeving. “Dit zal ik nooit kunnen”, zei ik toen nog.

Vier jaar later sta ik zelf aan de start van dit Feanster sportevenement en dit jaar hoop ik voor de twaalfde keer mee te doen. Vorig jaar heb ik om gezondheidsredenen moeten afzien van deelname; door de vele epileptische insulten waar ik mee te kampen had en steeds maar weer behoorlijke opdonders van kreeg, lukte het maar niet om een trainingsritme op te pakken.

Ook dit jaar had ik om dezelfde reden met pijn in het hart al min of meer besloten dat het verstandiger zou zijn om maar niet mee toe doen. “Dochst ek mei oan de Feanster 40 Dick?”, vroegen sportgenoten de laatste weken voorafgaand aan het sportgebeuren en telkens weer voelde ik dan iets achter mijn ogen branden als ik uitleg gaf over hoe en wat en dat het eigenlijk maar niet zo moest zijn.

Een hele eer vond ik het dan ook dat de organisatie van de Feanster 40 mij onlangs vroeg voor een interview in het programmaboekje. Of ik nu wel of niet meedeed, dat vonden ze niet belangrijk; ik ben bij iedere editie betrokken geweest, of het nu met het fototoestel in de hand is of in sporttenue. Dat gevoel van ‘erbij horen’ is fijn en nu hoor ik er toch weer een beetje bij.

Op ieder energievol moment ben ik steeds wel wezen hardlopen, in de hoop eens weer mee te kunnen doen en steeds weer raak ik geïnspireerd als ik met mede-sporters even klets over deelname en uiteindelijk is het deze inspiratie samen met een tip die me op het laatste moment doet besluiten toch mee te doen: hou je hartslag laag dan verspil je minder energie. Dan maar wat minder snel: ik ben er bij!

Of het verstandig is dat ik meedoe, ik weet het niet. De vele prikkels door de drukte van het festijn, de sportprestatie en de spanning die er toch wel ietwat bij komt kijken, we zullen zien hoe ik er op reageer. De laatste twee weken verlopen vrij stabiel qua energieniveau. Morgenochtend start ik om half negen. Een gewenste eindtijd programmeer ik niet in: we zien wel waar dit sportieve schip strand. Ik doe mee!