Over enkele weken gaan wij samen met een stel vrienden een weekendje kamperen. In tegenstelling tot het gros van deze vriendengroep, zijn wij geen echte kampeerders en is onze uitrusting dan ook beperkt tot een tentje uit de jaren tachtig. Om te testen of deze nog bruikbaar is en om het geleende luchtbed te testen hebben we een generale kampeernacht op touw gezet bij ons in de tuin en daar meteen maar een gezellige avond van gemaakt.
Voorafgaand aan het kampeerfestijn staat een gezellige barbecue op het programma en zoals het bij een generale repetitie gebruikelijk is, begint het vanaf hier al mis te gaan. Een ware steekvlam geeft het einde van de pas aangeschafte barbecue aan en na veel geknutsel is een kwartier later het oude exemplaar weer uit de kast gehaald en aangesloten.
Dan blijkt daarnaast nog eens dat het zich automatisch opblazende luchtbed een gaatje bevat dat dusdanig veel lucht naar buiten laat dat we al binnen tien minuten weer op de koude grond zouden liggen. Een tweede geleende exemplaar gaat vergezeld van een pomp waaruit blijkt dat ik òf totaal geen conditie meer heb, of dat de pomp simpelweg te goedkoop en eenvoudig is om de operatie aan te kunnen.
Na rondvraag binnen de kennissenkring krijgen we ook dit voor elkaar en zijn dan eindelijk klaar voor de nacht. Maar eerst zitten we nog met een wijntje bij het kampvuur minutenlang in de vlammen te staren, bewonderen af en toe de heldere sterrenhemel en komen tot gespreksonderwerpen die meestal alleen onder deze omstandigheden ontstaan. Rond middernacht duiken we de tent in.
Nog geen twee uur later worden we gewekt door onze trouwe en wel vaker inbrekende kater Tygo die zich toegang heeft verschaft tot de buitentent. Al spinnend en miauwend probeert hij dichter bij ons te komen door te wandelen tussen de binnen- en de buitentent. Om te voorkomen dat dit hem daadwerkelijk gaat lukken, arresteren we hem en proberen daarna de slaap te hervatten.
In de verte horen we het almaar doorrazende verkeer en als we goed luisteren ontwaren we daar bovenuit heel voorzichtig een koor van kwakende kikkers, af en toe een zingende feestganger of een blaffende hond. Langzaam doezelen we weer weg en als we weer wakker worden is het genieten geblazen van een enorm koor van vogels die ons toezingen dat het ochtend is. De generale repetitie kamperen is zo goed als geslaagd en uitgerust beginnen we de nieuwe dag…