Even voor zes uur heb ik de wekker gezet, maar ik ben al eerder wakker. Vandaag wil ik de derde etappe van het elfstedenpad wandelen en niet alleen omdat dit een behoorlijk lange afstand is, maar ook omdat ’s ochtends vroeg in mijn beleving de natuur het mooist is, wil ik vroeg beginnen.
De etappe Sneek-Balk is aan de beurt en ik heb bedacht dat ik de auto ga parkeren op het eindpunt en dan op de fiets naar het beginpunt te gaan. Om kwart voor acht parkeer ik de auto op het eindpunt, zet de fiets gereed en drink bij de auto een bakje koffie. Vervolgens stap ik op de fiets.
Dat is in deze vroege mei-ochtend nog wel behoorlijk fris, zo vlakbij het Slotermeer, maar al snel begint mijn kacheltje van binnen uit al te branden. Via de knooppuntroute fiets ik richting Sneek en de afstand hier naartoe verandert al snel van vijftien naar tien kilometer. De wind heb ik tegen en op deze vlakten is dat behoorlijk zwaar fietsen.
Wanneer ik ruim een half uur later de afstand naar Sneek weer op vijftien kilometer zie staan en ook Joure steeds dichterbij komt, vrees ik toch wel dat er ergens iets mis is gegaan. Wellicht heb ik een knooppunt gemist of niet goed aangetekend. Nu baal ik toch wel even, het enigste dat ik kan doen is rechtsomkeert maken en dat hele lange stuk langs de N354 nog een keertje fietsen.
Even laat ik in me om gaan om het vandaag maar bij een blokje fietsen te houden, de fiets weer op de auto te zetten en naar huis te gaan, maar die gedachte laat ik al snel weer varen.
Ook komt het idee in me op om de fiets hier maar ergens bij een bushokje neer te zetten en de tien nog af te leggen kilometers met het openbaar vervoer te reizen, maar nader onderzoek leert me dat de volgende bus pas over ruim een half uur komt.
Ik vat alle moed weer samen, fiets in rap tempo door en probeer zo veel mogelijk te genieten van de omgeving. Bijna overal om me heen zie ik gemaaide weilanden en ik ruik overal de heerlijke geur van dit drogende gras. Rond half tien moet ik even een pitstop maken. Ik ben net Jutrijp voorbij en naam langs de kant van de weg nog een bakje koffie.
Sneek is nu nog maar een paar kilometer en al snel heb ik de Waterpoort in mijn vizier. Ik parkeer mijn fiets bij een Aldi hier vlakbij en wandel dan naar het startpunt van deze etappe. Op een bankje drink ik echter eerst nog een bakje koffie. Precies op het moment dat het klokje onder de Waterpoort tien slagen laat klinken, vang ik mijn wandeling aan.
Het is even zoeken om de geel-rode bordjes weer te vinden wanneer ik ze aan de rand van de stad even kwijt ben, maar al snel wandel ik de vrije natuur in. Op een bankje langs het pad neem ik een broodje en hier verwissel ik ook mijn t-shirt voor mijn hemd; de kou is weg en de temperatuur loopt alleen nog op.
Het is weer volop genieten van prachtige paadjes dwars door de steeds maar groener worden natuur en ook het watergebied is telkens prachtig. Het is rond elf uur wanneer ik midden in Drylst een bankje vind om een appeltje te eten. Wat is dit toch een prachtig plaatsje met al die kleine gezellige huisjes, het water, de bruggetjes en de keurig gesnoeide beukehaag.
Na een behoorlijk lange weg tussen Drylst en Jutryp vind ik hier een bankje om mijn lunch te nuttigen. Een broodje met kaas samen met een bekertje drinkbouillon gaan er wel in. De lange weg van Jutryp naar Wâldsein langs de redelijk drukke verkeersweg begint daarna al snel te vervelen. Het einde wil maar niet in zicht komen en ik ben dan ook blij dat ik bij het water in Wâldsein even kan zitten.
Man o man, wat is dat zwaar, zo’n saai recht stuk, pal in de zon, met alleen maar verkeer en geen enkel stukje schaduw te bekennen. Als ik had gedacht dat dit het meest saaie stuk was, dan heb ik het ook nog eens mis, want na een leuke wandeling door Wâldsein staat me opnieuw een lange weg te gaan richting Balk langs de N928.
Gelukkig buigt de route zich na vele kilometers en voert nu langs het Slotermeer naar de eindbestemming. Ik geloof dat ik aardig de puf er uit heb wanneer ik even na drie uur terug ben bij de auto. Nu nog even de fiets ophalen uit Sneek en dan nog zo’n drie kwartier rijden in een bloedhete auto naar huis. Om half vijf ben ik thuis en dan zit ik er toch echt wel een beetje doorheen. Eerst maar even een bakje koffie.