Durf ik het aan? Voor vandaag heb ik de tweede etappe van het Elfstedenpad op mijn programma staan en hoewel er prima weer voorspeld is, kan het vooral ’s ochtends in april nog behoorlijk fris zijn. Toch waag ik de gok en trek meteen de korte broek aan.
In Mantgum parkeer ik de auto op het eindpunt van de vorige route en bestudeer heel goed de plek die ik verlaat om maar niet in een zelfde situatie te belanden dan de vorige keer. Na het oversteken van de hoofdverkeersweg zie ik een lang pad voor me liggen, dwars door de weilanden. Hier is slechts heel in de verte af en toe een dorpje te zien.
Het enigste dat ik hoor is het geluid van weidevogels, in de verste verten hoor ik geen geruis van het verkeer. Links van mij zie ik aan de horizon Leeuwarden liggen. In gedachten ga ik de route terug die ik al gelopen heb: hier kom ik vandaan.
Ruim een uur na de start passeer ik even voor tien uur het eerste dorp Easterwierum. Voor me ligt het volgende dorpje Boazum. Leeuwarden is inmiddels uit mijn zicht verdwenen en tijdens het wandelen over opnieuw een grote vlakte van weilanden, bedenk ik me dat het hele leven eigenlijk is als een lange wandeling: tussen startpunt en finish is het één grote zoektocht.
Bij iedere afslag zoek ik naar paaltjes of herkenningspunten en telkens controleer ik op de routeplanning of ik nog wel het juiste pad volg. Voorbij Boazum ga ik even op een bankje zitten en nuttig een broodje. Heel in de verte hoor ik bij het verder verloop van de wandeling wat verkeersgeruis, maar dat wordt overstemd door af en toe het geblèr van een schaap of het geloei van een koe.
Zo nu en dan kom ik een wandelaar, hardloper of fietser tegen, verder is het stil. Nabij Skearnegoutum merk ik dat de zon meer kracht krijgt en daarom verwissel ik mijn trui voor een poloshirt. Ik heb vanochtend de juiste beslissing genomen met mijn korte broek en loop nu geheel in zomertenue. Even verderop neem ik een kwartiertje voor de lunch.
Een paar minuten na twaalf uur wandel ik Sneek al binnen, het is vlot gegaan allemaal vandaag. Langs een mooi pad door de stad wandel ik via het station naar het eindpunt: de Waterpoort. Bij een vishandel trakteer ik mezelf op een harinkje en dan loop ik terug naar het station. Hier hoef ik niet langer dan een kwartiertje te wachten op de bus richting Leeuwarden, die ook in Mantgum stopt. Om twintig voor drie ben ik al weer thuis.