Een kerkgemeenschap is grofweg in te delen in drie categorieën. De eerste groep bevat de meest trouwe leden die iedere zondag naar de diensten komen en daarnaast nog eens actief meewerken aan de taken die binnen de kerk uitgevoerd moeten worden. Ze helpen bijvoorbeeld bij het stickerplakken, blijven gezellig samen koffiedrinken en tonen belangstelling bij een gemeente-avond.
De tweede groep komt regelmatig naar de kerk maar laat de extra activiteiten zoals helpen bij de bazaar of compostactie het liefst aan anderen over. De derde groep staat alleen in de boeken als lid en heeft verder niets met de kerk en al zijn activiteiten en verplichtingen. Ze komen zelden in de kerk en misschien dragen ze nog net de financiële verplichting af, maar dat is het dan ook wel.
Ik durf het niet aan om te zeggen welke groep nu de ware christenen vertegenwoordigt, want degene die steevast vooraan in de kerk zit kan er wel een veel losbandiger levensstijl op nahouden dan degene die er zelden komt, terwijl deze mensen wel regelmatig een bezoekje brengen aan zieken, ongelovigen of eenzamen.
Door de (soms diepgaande) gesprekken die gepaard gaan met de interviews in het gemeenteblad alsmede enkele serieuze gesprekken over geloof en kerk met andere broeders en zusters, ben ik er inmiddels wel achter dat ook in de zojuist genoemde groeperingen de neuzen lang niet allemaal dezelfde richting op staan.
Het lijkt er soms zelfs heel erg sterk op dat we uitsluitend bezig zijn om onze eigen wensen kenbaar te maken in onder meer kerkdiensten en het gemeente zijn, terwijl we nauwelijks stil staan bij het feit dat we eigenlijk hebben geleerd te bidden dat niet onze wil geschiedde, maar Gods wil… Eén van de eerste dingen waartoe we zijn opgeroepen is dan ook het bewaren van eensgezindheid binnen de gemeente of – zoals Anne en Nynke Rijpma dat in het interview stellen – We zullen allemaal wat water bij de wijn moeten doen. Daar is volharding voor nodig en moeten we uit de luie stoel (of uit de kerkbankjes) komen.
Misschien zijn er mensen die een beetje sceptisch kijken naar de activiteiten die momenteel door enkele jonge gemeenteleden worden ontplooid, zoals volleybalwedstrijden, wadlopen en viswedstrijd. Ze hebben inderdaad weinig te maken met bijbel of preekgestoelte, maar ook dit is een stukje gemeente zijn: tijd met elkaar doorbrengen en luisteren naar elkaars verhaal, samen dingen ondernemen… gewoon samen zijn.
Kijk eens verder dan uw neus lang is en doe mee met bijvoorbeeld een groeigroep of het wadlopen in juli. Misschien leert u de persoon waarvan u iedere zondag een peper muntje krijgt of juist in de kerk met een grote boog om heen loopt wel op een heel andere manier kennen. Juist daar begint het samenvoegen van de eerder genoemde categorieën, want ook dat is samen gemeente zijn.