Dat vogels minder uitgebreid dineren dan wij mensen dat doen wist ik wel, maar dat ze zó vluchtig hun eten bij elkaar sprokkelen had ik echt niet in de gaten. Ik kom er achter als we op deze zonnige zondagmiddag meedoen met de nationale vogeltelling van de vogelbescherming. Met een bakje thee er bij zitten we samen ontspannen een half uur te kijken naar onze vogelhuisjes in de tuin.
Tjonge jonge, wat zijn deze beestjes haastig. Telkens bekijken ze hun prooi van een afstand, pikken dan in heel rap tempo iets weg en maken zich in een ommezien weer uit de voeten. Prachtig, om deze activiteit te doen en met gemak houden we dit dan ook een half uurtje vol. “Wat een nutteloze bezigheid is dit eigenlijk”, beoordeelt een uitbundig tellende Nynke de telling. “Heerlijk!”
Al snel hebben we een aantal mussen genoteerd en ook pimpelmezen en koolmeesjes hebben we meer dan eens te gast in onze tuin. Maar dan is het onze eigen kater die de telling hardhandig verstoort; wellicht wil hij gezellig met ons meedoen, want hij gaat parmantig op het terras zitten en jaagt daarmee de meeste vogeltjes weg.
“Ooh, die kat moet daar weg, wat flauw…”, klaagt Nynke. “Tjonge jonge, die zit daar nooit!” Net als we ‘m hebben weggejaagd en de kust weer veilig is, begint de buurman sneeuw te ruimen, wat een timing. Even later is het echter weer rustig en laten ook de vogeltjes zich weer veelvuldig zien. “Ja… vijf pimpeleesjes”, roept Nynke enthousiast. “En heb je die vier mussen al genoteerd?”
Het is absoluut wel leerzaam om zo wat naar buiten te zitten kijken en te zien wat voor soorten vogels er eigenlijk allemaal gehuisvest zijn rondom ons tuin. Deze diertjes zorgen dus iedere dag weer voor dat prachtige concert waar we graag naar luisteren. Vooral nu er sneeuw ligt, zorgen we dan ook extra goed voor hen en hopen dat we volgend jaar minstens dezelfde score maken.