In het Chinese gedeelte van de stad van onze vakantiebestemming hadden we al uitgebreid voor het raam staan kijken naar wat er zoal binnen in deze ruimte te doen is. Een praktijk waar met allerlei vreemde tekens wordt uitgelegd dat er Thaise massage wordt gegeven en wat dit ongeveer betekent; beiden hebben we onze rug behoorlijk vast zitten en een stevige massage zou daarom niet verkeerd zijn.
Toch zijn we nog ietwat bang voor het buitenlandse aspect en hebben we geen flauw benul wat ons uiteindelijk boven het hoofd hangt wanneer we naar binnen zouden stappen. De hele week stellen we het dan ook uit, fietsen er af en toe een keertje stiekem langs totdat we het op de laatste dag van onze vakantie een aantal uurtjes voor ons vertrek aandurven: het is nu of nooit!
“Jullie hard gewend?”, vraagt een Chinese of Thaise mevrouw in gebrekkig Nederlands als wij uitleggen wat onze klachten zijn en waar we voor komen. Nog geen vijf minuten laten liggen we allebei bijna geheel ontkleed op een matras met een westerse dame bovenop ons. Door een dichtgetrokken gordijn zien we elkaar niet, maar we horen elkaar maar al te goed.
“Oe-oeh”, schreeuw ik als de dame mijn rug hardhandig bewerkt. “Aa-aargh”, hoor ik door het gordijn heen en concludeer dat het ook naast mij niet zachtzinnig aan toe gaat. “Ze loopt gewoon over me heen”, vertel ik al verslaggevend. “Oo-aahh”, luidt weer een spontane reactie wanneer ze met haar ellebogen bepaald niet zachtzinnig mijn vastzittende spieren bewerkt. “You almost kill me…!!!”
En hier moeten we straks ook nog voor betalen”, bedenk ik me bij massage toch aan iets meer ontspanning en genieten denkend. Toch laat ik de dame – die in haar eigen taaltje al grinnikend met haar collega communiceert – mooi haar gang gaan, want het voelt eigenlijk best wel alsof er iets wordt losgemaakt.
Voordat ik in de gaten heb of het nu gaat om een vraag die ik moet beantwoorden of een waarschuwing, maakt ze een sprongetje op mijn rug en voel ik iets kraken. “Daar komt nummer twee”, hoor ik haar waarschuwen en wederom kan ik niet snel genoeg reageren en hoor iets kraken. Dat doet ze nog twee keer en gelukkig vindt ze het dan mooi genoeg. Ik ook!
Nog steeds levend stappen we een uur later door de stad. “Poeh, dat was best pittig”, concluderen we elkaar stoer aankijkend. Allebei hebben we wel het idee dat het allemaal wat losser aanvoelt. We kunnen al onze ledematen nog bewegen en vinden onszelf eigenlijk best wel dapper dat we het hebben gedaan. Zo, weer een ervaring rijker: dat wagen we
wel eens weer…