Herinneringen…

Of er in Surhuisterveen nog een gereedschappenzaak is, zo wil de mevrouw aan de andere kant van de tafel weten. Ik ben als chauffeur voor mijn schoonvader mee naar Groningen voor een CBR-keuring. De assistente van de keuringsarts zet een vinkje op de lijst om ons in te checken en heeft op de lijst gezien waar we vandaan komen.

“Ik heb vroeger wel enig omgang gehad met de twee zoons van deze ondernemer”, verduidelijkt ze haar vraag. “Wij gingen vaak naar Eernewoude op vakantie en daar troffen we hen vaak. Eén van de jongens is volgens mij zelfs een beetje verliefd op mij geweest”, vertelt ze er met glunderende oogjes achteraan. “Maar ik ging meer om met de ander en dat vond ‘ie niet zo leuk.”

“Die jongens ken ik wel, wij waren vroeger ook wel bij elkaar”, antwoord ik. “Ze woonden bij ons in de straat.” Ik noem hun namen en vertel dat ook wij regelmatig in Eernewoude aanwezig waren. De oogjes gan nog meer glunderen en we proberen herkenningspunten te vinden door meer in detail te treden, maar veel verder komen we niet. Inmiddels is er een nieuwe cliënt gearriveerd en moet de assistente haar lijstje bijwerken.

Ik bedenk me hoe een toevallige ontmoeting dit eigenlijk is en probeer me voor de geest te krijgen hoe het vroeger was; een winkel tegenover de Feanster toer met gereedschappen, je kon er ook terecht voor kruiwagens en maaimachines, waarvan er altijd een aantal voor de winkel stonden uitgestald. Een grote bruine lichtbak met gele letter sierde volgens mij de voorkant van het pand waar tegenwoordig Zeeman is gevestigd.

Na deze klus met het zetten van een vinkje gaat de assistente wederom aan de slag met haar smartphone en zoekt op Facebook de namen die ik heb genoemd en in een ommezien heeft ze de gezichten van de inmiddels grote jongens tevoorschijn getoverd. Haar oogjes gaan nog meer glunderen wanneer ze een berichtje stuurt met de vraag of ze haar nog kennen van vroeger.

Opnieuw komt er een cliënt binnen en na een vinkje op de lijst gaat ze onverstoorbaar door met de verkenning via de social media. “Ze hebben mijn vriendschapsverzoek al geaccepteerd”, krijg ik van de dame met pretoogjes te horen. Onderweg terug naar huis blikken we nog even terug op de toevallige ontmoeting. “Misschien droomt ze vannacht wel van haar vakantie in Eernewoude”, zo bedenken we.