Met mijn ov-chipkaart in de aanslag, betreed ik het perron van station Buitenpost met als doel de stad Groningen. Sinds mijn tijdelijk rijverbod maak ik regelmatig gebruik van het openbaar vervoer en ik moet zeggen: naar alle tevredenheid. Drachten, Leeuwarden… overal kom ik ook wel zonder in de auto te stappen. De chipkaart werkt echter niet overal gelijk, zo merk ik eenmaal in de trein…
Bij het instappen in de bus – wat ik met enige regelmaat doe – check ik mezelf in door mijn kaart tegen de reader aan te houden; een piepje geeft dan aan dat ik geaccepteerd als reiziger waarna het saldo van mijn kaart begint af te nemen tot het moment dat ik me weer afmeld. Een kind kan de was doen, zo eenvoudig gaat dit en ik stap dan ook zonder enige angst de trein in.
Op het perron heb ik al wel een aantal paaltjes gezien waar je de ov-chipkaart tegen aan kunt houden, maar deze zijn van Arriva en volgens mij heb ik een kaartje van NS. Oeps, kan ik dan wel reizen in deze trein, zo bedenk ik me een moment, maar stel mezelf gerust met de herinnering dat ik ook al eens zonder problemen met de trein naar Leeuwarden ben gereisd.
Dus stap ik de trein in en zoek naar een reader waar ik me kan inchecken. Het is behoorlijk druk in de wagon waar ik instap en readers zijn er in geen velden of wegen te bekennen. Al snel krijg ik in de gaten dat ik toch op het perron had moeten inchecken en voordat ik me heb bedacht dat ik dan toch maar weer naar buiten moet, gaat de deur weer dicht en begint de trein te rijden…
In de drukte vind ik nog net een zitplaats, maar lekker ontspannen zitten lukt me allerminst: ik voel mezelf wat overdonderd dat ik tussen de vele reizigers die dagelijks in- en uitchecken en -stappen niet bliksemsnel een oplossing voor mijn probleem heb kunnen vinden. Nu ben ik ineens een zwartrijder, terwijl ik allerminst van kwade wil ben.
Ondanks dat ik vind dat ik onschuldig ben, kijk ik telkens wanneer de deur van de wagon open gaat met angst en beven of er geen conducteur langskomt. Zelfs als ik zal opbiechten dat ik het allemaal echt per ongeluk zo is gelopen, zal hij mijn verhaal niet geloven en me zonder pardon een boete geven of misschien zelfs wel in de boeien slaan.
Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik nog geen vlieg kwaad zal doen en zelfs nog geen appel bij de groenteboer zal jatten, maar ineens voel ik met toch een misdadiger! Met een zucht van verlichting stap ik uit in Groningen; gelukkig ben ik niet gearresteerd. Ik hoop maar dat ik bij een volgende treinreis niet vergeten ben dat ik op het perron al moet inchecken!