“Wat hasto dêr?” Ik lig met ontbloot bovenlijf te luieren in de hangmat wanneer mijn echtgenote op mijn onderbuik een zwart pikje waarneemt. Al snel wordt een tekenbeet vastgesteld, waarbij het lichaam van deze geleedpotige parasiet amper te zien is, maar de zuigsnuit en kleine pootjes nog wel in mijn vel zijn te ontwaren. Ook is er een kleine rode kring te zien rondom de plaats van het delict.
Alsof er ergens alarmbellen gaan rinkelen krijg ik te horen dat ik als de wiedeweerga moet zien dat ik bij de dokter kom, maar omdat alleen al bij het horen van iets dat met huisarts of medicijn te maken heeft mijn haren recht overeind gaan staan, geef ik hieraan niet meteen gehoor. Daarom wordt het pilletje voor me opgehaald en ben ik een kwartier later gered uit de levensbedreigende situatie.
Misschien reageer ik soms wat gekscherend of laconiek op sommige situaties en ben ik van mening dat je niet met ieder klein wissewasje naar de dokter hoeft, bij het lezen van en horen over de mogelijk gevolgen van een tekenbeet, schrik ik toch wel een beetje: hier kun je zelfs maanden later nog behoorlijk ziek van worden en zelfs verlamd raken.
Om te voorkomen dat je gebeten wordt door een teek, zou het goed zijn om je lichaamsdelen zoveel mogelijk bedekt te houden. Nou, wie mij een klein beetje kent, weet dat ik regelmatig bezig ben in de tuin en vooral bij zomers weer mijn lichaam zoveel mogelijk bloot stel aan de zon, die heeft wel in de gaten dat ik een gemakkelijke prooi ben voor een teek.
Als je dan ook nog hoort dat de kleine diertjes zowel uit de bomen kunnen vallen als je uit het gras kunnen bespringen, verkeer ik als chef-grasmaaier van het zwembad en volop genieter van de natuur toch regelmatig onder bijna levensbedreigende omstandigheden. Tja, hoe kun je een aanval van zo’n minuscuul beestje – dat werkelijk overal in de natuur kan zitten – tegen gaan zonder achter de geraniums te hoeven blijven zitten?
Hoewel ik mijn huid momenteel misschien overdreven vaak inspecteer op dit soort aanvallen van buitenaf, laat ik me er geloof ik niet van weerhouden om gewoon genietend van zon en natuur me aan het gevaar bloot te stellen. De alertheid zal na verloop van tijd wel weer ietwat voorbij gaan; deze aanval heb ik in ieder geval overleefd en nu maar hopen dat ik niet besmet ben met enge ziektes en daar later nog last van krijg…