De groene kliko moet lang de weg en omdat deze nog niet helemaal vol is, besluit ik op deze zomerse middag nog even op ontspannen wijze een slagje door de tuin te gaan om wat te snoeien. Voorzichtig haal ik hier en daar een flinke groene tak vandaan en na een uurtje werken heb ik niet alleen het zweet op de rug, tevens is de container vol en ziet de tuin er in mijn beleving weer keurig uit.
Moe maar voldaan zit ik even later te genieten van mijn wel verdiende bakje koffie en kijk tevreden rond in ons domein. Dan merk ik dat de achterburen bezig zijn om hun schutting te slopen daar deze volgens hun bijna op instorten staat. Ook zij zijn flink aan het snoeien en maken alles gereed voor vervoer naar de stortplaats Lutkepost.
Ik maak een praatje met de buurman die de volgende dag om tien uur een klusman van de bouwmarkt verwacht om de nieuwe schutting te monteren. Tijdens het drinken van het tweede bakje koffie kom ik op een praktisch punt en bedenk me dat – zolang er geen schutting staat – de hoge boom in mijn tuin die ik ooit nog eens wil snoeien nu kan vallen zonder schade te berokkenen aan schuttingen.
Ik bedenk me niet, stel de ladder op tegen de boom en begin met het zagen van takken. De één na de ander komt naar beneden en het duurt niet lang of de sloot ligt vol met groenafval. Al snel heb ik in de gaten dat afvoer via de groene kliko maanden lang zal gaan duren en dus proberen we via kennis en familie een aanhangwagen te regelen.
De volgende ochtend sta ik vroeg op en voordat de klusjesman komt, is de boom geveld en begint de afvoer van het groenafval naar onze oprit, alwaar het vervoermateriaal inmiddels is gearriveerd. Tot driemaal toe rijden we de dag daarop richting Buitenpost en nog is alles niet opgeruimd. Wat begon met het bijvullen van de groene kliko, eindigt bijna op een kaalslag in de tuin.