SURHUISTERVEEN – ‘Ik jou in tút oan de Dútser.’ De cursisten buigen zich over hun schrift om de zin die ‘juf’ Jantine Wiersma voorleest op te schrijven nadat ze uitleg heeft gegeven over verschillende geluiden in de Friese taal. De tweede rijkstaal blijkt behoorlijk ingewikkelder te schrijven en te lezen dan te spreken en luisteren en kent vele spellingsregels, maar bevat ook prachtige woorden.
Negentien cursisten wagen zich aan de cursus Skriuw mar Frysk en luisteren aandachtig naar de uitzonderingsregels die er ook nog eens bestaan op de normale regel. “Ik fyn de les metoade wol dreech hjer”, oordeelt één van de vrouwelijke deelnemers die liever woordjes stampt. Hoewel de meeste cursisten geboren en getogen zijn in Friesland, kunnen ze deze taal amper schrijven maar vinden het interessant om te leren.
“Ik praat alle dagen Frysk, en dus wol ik myn memmetaal ek skriuwen leare”, legt een oudere man zijn deelname uit voordat hij uiterst geconcentreerd de zin opschrijft die gedicteerd wordt: ‘Myn wite wide jas is wiet, en no is er net mear wyt mar griis.’ Een jongedame is het met hem eens. “De Fryske taal moat behâlden wurde.”
“Begripe jimme it in bytsje?’, vraagt Wiersma als ze de cursisten aan het werk zet en ondertussen een muziekje opzet van Piter Wilkens. De oud-onderwijzers heeft zich van jongs af aan met de Friese taal bezig gehouden en geeft sinds haar pensionering Friese les voor Afûk. Ze merkt vooral dat veel deelnemers hun dagelijkse taal willen gebruiken in de social media.
Dat langs deze kanalen vooral fonetisch Fries wordt gebruikt, vindt Jantine Wiersma eigenlijk vreselijk. “Mar it is moai dat dizze minsken de Fryske taal brûke wolle”, oordeelt ze hoopvol. “In folgjende stap is miskien dat sy it ek skriuwen leare wolle.” Het omdraaien van de werkwoorden dat de nieuwe generatie vooral doet in het Fries noemt ze ‘net te rêden’. “Eins geane wy hiel sleau mei ús taal om, dat is wol spitich, mar yn in pear lessen kin der hiel wat byspikere wurde.”