Reservetank

De kerstnachtdienst is afgesloten met het zingen van Ere zij God. Wanneer de bezoekers grotendeels de kerkzaal uit zijn, schakel ik de beamer uit. Dan valt mijn oog op het rood knipperende lampje aan het apparaat. Normaal gesproken is dit groen en al zo normaal dat je er niet meer naar kijkt. In overleg met de beheerder besluiten we om er in deze drukke periode vooreerst even niets te aan te doen; nog maar een paar diensten te gaan.

Waarschijnlijk is de beamerlamp aan het einde van haar branduren. Ergens binnen het gebouw ligt nog wel een reservelamp gereed, maar aan de operatie die hierbij hoort willen we toch wel de nodig tijd kunnen besteden. We willen in ieder geval voorkomen dat we door een verkeerde handeling kwaad tot erger maken. We plannen de operatie op de eerste werkdag van het nieuwe jaar.

Inmiddels is er ook nog een uitvaartdienst tussen gekomen en na het opstarten van de beamer verschijnt nu ook een knipperende melding over het einde van de branduren. Het voelt alsof je in de auto rijdt terwijl je drommels goed weet dat je moet tanken en dan gaat het oranje lampje ook nog eens branden. Met brandende lampjes wordt het altijd spannend, hoe ver komen we nog?

Een reservebeamer hebben we gereed staan voor actie maar is niet nodig geweest. Op maandag 2 januari plaatsen we een nieuwe lamp en resetten de teller. Nu kunnen we er in de kerk vast wel weer een poosje tegenaan zonder knipperende lampjes. Hoe lang branden er in ons leven al lampjes? Rijden wij al op de reservetank?

We zijn maar al te goed in het negeren van signalen die ons lichaam geeft om rust te nemen, en ook sluiten we onze ogen en oren heel gemakkelijk wanneer we tekenen van onze Heer krijgen. Wacht niet tot er lampjes beginnen te branden, check op tijd je oliepeil en stem je blik iedere dag weer af op het juiste doel in je levensreis. Voor je het weet, is het te laat.