“Dick, hasto EHBO?!” Nabij De Bining tref ik een bekende van mij die roept dat er een vrouw van haar fiets is gevallen. Ik kijk in de richting die ze wijst en weet niet precies wat mijn antwoord moet zijn. Ja, ik heb ooit mijn EHBO-diploma gehaald, maar deze kennis is al enkele jaren niet ververst, dus ik heb geen idee wat er zoal aan medische inzichten is blijven hangen.
‘Nee’ antwoorden en zonder pardon verder fietsen vind ik echter ook geen optie en dus kijk ik even op de hoek van de straat waar enkele auto’s staan en inderdaad een persoon op de grond ligt. “Kan ik hier iets doen?”, vraag ik, om me maar niet op te dringen als nieuwsgierige omstander. Er staan enkele mensen omheen die alleen maar toekijken.
Op de knieën bij het slachtoffer zit een jongedame die de oudere mevrouw voorzichtig aan het omdraaien is. Haar gezicht is behoorlijk bebloed. Ik vraag naar haar naam, die ze zonder veel nadenken weet te noemen, maar ze krijgt het niet voor elkaar om te vertellen wat er is gebeurd. “Hoe kom ik hier?!” Iemand van de omstanders heeft de ambulance gebeld, overal worden vragen gesteld en klinken er adviezen.
Mevrouw zit inmiddels rechtop, mijn knie heb ik neergezet als rugsteun. Er wordt besloten om haar naar binnen te brengen bij het kantoor vlakbij plaats van delict en ik ondersteun haar daarbij. En zo zit je het ene moment op de fiets en het andere moment zit je op de stoel naast een slachtoffer. Er worden doekjes aangedragen, telefoonnummers gevraagd, het is een en al bedrijvigheid en ik blijf maar wat rustig naast mevrouw zitten.
Ze blijft maar vragen: ‘hoe kom ik hier, wat is er gebeurd?’ Ze heeft geen familie in de buurt wonen, merkt dat ze bloed rondom haar gezicht heeft en ziet alleen maar vreemde mensen om haar heen drentelen. Zodra het ambulancepersoneel dan ook is gearriveerd, meen ik dat mijn taak er wel zo’n beetje op zit. Ik fiets verder en bedenk me dat ik me toch nog wel een klein beetje herinner van de EHBO-lessen van weleer.