Hielkje Dijkema gaat dagelijks ‘in slach oer it Fean’ om bij te blijven
Op het dressoir staat nog de felicitatiekaart van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen voor haar negentigste verjaardag. Dat is toch wel heel uniek, vindt Hielkje Dijkema. Iedere dag gaat ze er met haar rollator nog even op uit en ook de 37eprofronde beleeft ze van zeer dichtbij: vanaf haar balkon aan het appartement in de Jan Momsstate in Surhuisterveen ziet ze de renners in een glimp voorbij flitsen. “Ja, ik haw hjir in prachtich plakje, ik folgje it altyd!”
Niet alleen ‘it hurdfietsen’ heeft haar belangstelling. Ook de braderie vindt mevrouw Dijkema uiterst gezellig. “It is hjir wol hiel drok, mar ek hiel gesellich”, vertelt ze over de vele kraampjes waar ze ’s middags even langs schuifelt. Ook wandelt ze een eindje langs het parkoers en snuift op deze manier iets van de sfeer van het fietsen op. “Ik kin hjir echt fan genietsje.”
Iedere dag gaat ze nog even de deur uit, want dit vindt ze erg belangrijk. Af en toe trakteert ze zichzelf daarbij op een bakje koffie op een terrasje in het dorp en soms neemt ze er zelfs een gebakje bij. “Mochten jimme âld wurde, gean der dan alle dagen efkes út”, wil ze als tip meegeven aan de jongere generatie. “Alle dagen in slach oer it Fean, al wie it allinnich mar om kontakt te hâlden.”
Vooral bij evenementen als de profronde komt Dijkema, die zich na al die jaren een rasechte Feanster voelt, veel bekenden tegen om even een praatje mee te maken. Haar man Jelle – die al zeventien jaar geleden is overleden – is altijd stukadoor geweest in Surhuisterveen. “En ik mocht it ferkeapjen fan materiaal lykas kalk, gips en tegeltsjes behertigje”, herinnert ze zich nog.
Eenmaal nadenkend over vroegere tijden weet ze zich ook de eerste Survento tentoonstelling nog wel te herinneren. “Dy tinte gong doe troch in wynhoas de loft yn, oh jong, dat wie in drama”, blikt ze terug. Veel dingen heeft de nog krasse bejaarde dame zien veranderen in het dorp waar ze zich zo één mee voelt. “It Fean is tsjinwurdich wat yn ’t ferfal”, wijst ze op sommige locaties die er op z’n zachtst gezegd niet heel netjes meer uitzien.
Ook merkt ze lopend met ‘myn kroade’– zoals ze haar rollator noemt – maar al te goed van de vele tegels die omhoog steken. “Ja, sa pratend komme my in hiel protte dingen yn’t sin oer ’t Fean.” Wanneer tourwinnaar Geraint Thomas, Tom Dumoulin en Bauke Mollema achtervolgd door het profpeloton over de Jan Binneslaan langs haar adres aan de J.B. Schurerweg rijden, veert ze op.
“Dêr binne se wer, wat giet dat hurd net. Zjoef, zjoef, en dan binne se wer foarby.” De namen van de renners kent ze nauwelijks. Toch wil ze weten wie er heeft gewonnen en om erachter te komen wat de einduitslag is, wandelt ze ieder jaar nog even naar het Torenplein. “Efkes sjen wa’t ien, twa en trije wurden is. Mar dit jier doch ik it mar net mear; it is sa drok, hja wurde hielendal ynsletten troch it publyk.”
(Gepubliceerd in De Feanster van woensdag 8 augustus 2018)