‘Afscheid nemen bestaat niet; ik ga wel weg maar verlaat je niet…’ Deze beginwoorden uit een nummer van Marco Borsato komen bij me op als ik het volgende opschrijf: Na zestien jaar redacteur te zijn geweest van onze gemeente- bladen (Ichthus en De Regenboog) stop ik met ingang van september met het maken en coördineren van De Regenboog. De energie die ik er in steek levert al geruime tijd niet meer op wat ik er graag uit wil halen en daarom ga ik graag aan de slag op andere terreinen binnen Gods koninkrijk.
Natuurlijk blijft er een bepaalde liefde voor het schrijvers- en redactiewerk en ook hiervoor heb ik mijn talenten. Ik keer de communicatiekanalen binnen onze gemeente dan ook niet helemaal de rug toe, maar zal in de toekomst slechts nog een bijrol vervullen. De verantwoordelijkheid draag ik graag over aan iemand anders.
Toen ik in 2003 begon als redacteur van Ichthus, was ik niet alleen nog vrij onbekend in de gemeente, ook het proces rond het maken van een gemeenteblad was voor mij nog geheel nieuw. Nu ik terugblik op deze periode, kan ik niet anders dan concluderen dat ik ontzettend veel heb geleerd. Niet alleen bij het maken van een kerkblad – dat later samen met de Ark ook nog eens fuseerde tot De Regenboog en een andere vorm kreeg – vooral binnen de gemeente zat ik op zo’n centrale plek dat ik ontzettend veel mensen heb mogen leren kennen. Of dit nu door interviews was, door de reacties op mijn schrijven of door andere contacten, alles samen heeft het bijna gemaakt dat ik door al die jaren De Regenboog zelfs een beetje als mijn blad ben gaan zien.
Het paadje op het gazon is voor mij nu toch echt dusdanig vaak op- en neergelopen dat er weinig meer bloeien kan op dit gebied eer er flink geschoffeld is. Want dat is wat ik wil: groei en bloei in geloof en gemeente en daar mijn energie in steken. Vooral gedurende onze reis naar Israël is me duidelijk geworden dat mijn talenten ook breder en meer bloeiend ingezet kunnen worden. Daarnaast merk ik steeds vaker dat onze jongere generatie een heel andere manier van communiceren hanteert, een heel eigen wereld leeft en ook hierin ben ik geïnteresseerd. Willen we hen blijven vasthouden dan moet in een gemeenteblad c.q. gemeente af en toe – net als dat in onze tuintjes moet gebeuren – flink ge snoeid, gewied of bijgezaaid worden; het gemeentelijk nieuws mag niet worden beperkt tot een gemeenteblad.
“Wij komen elkaar vast nog wel veel vaker tegen”, zo concludeerde ik na mijn interview met Fokke de Wit. Ons gemeentelid is bezig met een studie tot pastoraal medewerker en deelt mijn mening dat hij vooral het vreugdevolle en de naar buiten gerichtheid van de kerken mist. Wat voor plannen heeft hij en wat gaat ’ie straks doen met zijn diploma? Lees zijn verhaal vanaf pagina 10.
Het laatste nummer van De Regenboog dat ik ga maken is de editie juli/augustus; wederom een dubbeldik nummer. Denk daaraan bij het opsturen van roosters en andere aankondigingen tot begin september. Of Hinke van Duinen na haar verhuizing en bevalling het stokje van het redacteurschap in haar eentje overneemt? We gaan het zien. Er zijn vast meer gemeenteleden die talent hebben gekregen om creatief bezig te zijn met tekst.
De uiterste datum om kopij voor het eerstvolgende (zomer) nummer in te leveren, is in ieder geval vrijdag 21 juni. Geniet van het mooie weer nu de natuur weer ontspruit en in bloei komt! Ook wij komen elkaar vast snel weer tegen, is het niet in de wandelgangen van de kerk, dan is het wel buiten de kerkmuren. Nee, afscheid nemen bestaat niet.