Hoe kijkt u naar prinsjesdag? Misschien is het alleen de troonrede die u interesseert, maar mogelijk kijkt u ook vol belangstelling naar de lange stoet waarin Hare Majesteit de Koningin hoogst persoonlijk in de gouden koets langs een enorme menigte met haar onderdanen rijdt.
Een koninklijke militaire kapel loopt voor de stoet uit, gevolgd door de commandant garderegiment grenadiers, vaandelwacht, bereden detachement koninklijke marechaussee, vervolgens het eerste peloton ere-escorte cavalerie en een rijknechtmajoor met daarnaast twee rijknechten, uiteraard allemaal te paard.
Dan komen er twee rijtuigen met daarin een kamerheer, een ceremoniemeester, een grootmeester en – meesteres. Daar weer achter rijdt het eerste peloton bereden ere-escorte korps landelijke politiediensten, een gala-glasberiline waarin enkele koninklijke hoogheden zitten, gevolgd door enkele escorterende adjudanten en een bereden peloton van de landelijke politiediensten.
Na de stalmeester komt dan eindelijk de gouden koets met Hare Majesteit de Koningin, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima. De rij wordt afgesloten door adjudanten, luitenanten, generaals en een peloton bereden ere-escorte cavalerie.
Alsof dat nog niet genoeg is staat er langs bijna de gehele route die de stoet aflegt een kordon van vele honderden militairen keurig opgesteld. Pas dan komen de vele duizenden onderdanen die een glimp willen opvangen van hun majesteit;
Ik heb me wel eens voorgesteld hoe het zou zijn wanneer Jezus terug komt op de Nieuwe Dag waar we allemaal naar uitkijken. In mijn beleving rijdt Hij dan – net zoals destijds bij de intocht van Jeruzalem – simpelweg op een ezeltje door de straten en wordt hij vereerd door de mensen die Hem willen volgen.
Geen cavalerie met paarden en luitenanten en generaals, maar eenvoudig rijdend op het jong van een lastdier; met palmtakken in de hand treden z’n volgelingen hem tegemoet en roepen hosanna, spreiden hun mantels op de weg, zo zie ik dat al van kind-af-aan voor me. Let op uw koning is in aantocht; hij is eenvoudig en rijdt op een ezel, het jong van een lastdier, zo heb ik me altijd ingeprent.
Misschien is het wat een aparte gedachte die ik heb bij de wederkomst, maar ik ben er bijna van overtuigd dat wij niet worden opgehaald door een keurig uitgedoste stoet met belangrijke mensen, maar eenvoudig en plotseling, als een dief in de nacht…
Hoe het ook zal gaan, voor ons is het belangrijk om er dan klaar voor te zijn; volgen we de berijder van een ezelsveulen die stilletjes op onze schouder tikt, of wachten we op veel bombarie en uiterlijk vertoon met pracht en praal. Straks als er een nieuwe dag begint en het licht het van het duister wint, herkennen wij dan onze Majesteit?
(Deze column is gepubliceerd in De Ichthus van oktober 2006)