Bijna allemaal staan ze bij mij op de plank: de boeken over de avonturen die Hielke en Sietse Klinkhamer beleven met hun kameraden en hun supersnelle boot de Kameleon. In mijn jongensjaren heb ik ze allemaal verslonden en hebben ze mijn belevingswereld behoorlijk gevormd. Wat voor streken deze kwajongens ook hebben uitgehaald, ze bleven altijd vriendschappelijk en fatsoenlijk met elkaar omgaan en de verhalen kenden altijd weer een goede afloop.
Mijn literaire belangstelling is sindsdien wel enigszins uitgebreid en zo heb ik me ook eens laten meeslepen in De ontvoering van Alfred Heineken, het boek dat is geschreven door misdaadjournalist Peter R. de Vries. Tot in detail wordt hierin vanaf de beraming tot aan de ontvoering bijna iedere minuut beschreven en ook de geld-overdracht en de arrestatie zijn volledig zwart op wit gezet.
In de loop van de jaren heb ik dit boek wel zo’n driemaal gelezen en steeds weer word ik geboeid door de vernuftige manier waarop alles is uitgedacht en de spannende uitvoering er van. Ook dit boek beleef ik als een spannend avontuur en komt tot leven in mijn fantasie. Zij het dan van een heel ander kaliber en ook al keur ik de daad allerminst goed, ook de ontvoering van Alfred Heineken lees ik als een soort (uit de hand gelopen) kwajongensstreek.
Zowel de drijfveer als omvang en gevolgen van de beide avonturen staan in geen enkele verhouding tot elkaar: zijn de belhamels van Klinkhamer er vooral op uit om lol te trappen en van het leven te genieten, de vier gabbers die in een nieuwjaarsnacht begin jaren tachtig in Amsterdam tijdens het drinken van een glas champagne de plannen voor de ontvoering ontvouwen, zijn er vooral op uit om een paar miljoen gulden buit te maken.
De streken van Hielke en Sietse zijn vrijwel onschuldig en een nat pak wordt hooguit bestraft met een uurtje thuis blijven; de kwajongensstreken die door Hotze de Roos aan het papier zijn toevertrouwd, blijven vol humor, van argeloos niveau en ik weet bijna zeker dat de belhamels hun naaste liefhebben en geen kwade bijbedoelingen hebben. Hun jeugdige streken zullen dan ook hoogstwaarschijnlijk nooit uitgroeien tot criminele acties. De waar gebeurde ontvoering daarentegen is een criminele actie waar straffen op staan van vele jaren achter de tralies.
De Amsterdamse heren zullen ook ooit in het klein begonnen zijn, maar gingen van kwaad tot erger doordat hun drijfveer geld is, de wortel van alle kwaad. Inmiddels staan ze te boek als topcriminelen, hebben ze onder meer te maken met liquidaties en afpersing en zijn continue op de vlucht en hun leven niet zeker of zelfs al kwijt; ze zijn in de macht van het kwaad.
De weg tussen goed en kwaad heb ik op deze manier even heel dicht bij elkaar gebracht. Een vergissing is zomaar gemaakt en kan gemakkelijk uitgroeien tot grote fouten. Ik gun een ieder de humor in het leven door de ander eens een flinke poets te bakken, maar hou het daarbij en blijf je naaste liefhebben.
Zolang je op het rechte pad blijft, je medemens recht in de ogen kan kijken en je blik gericht houdt op de Here, zal Hij je voeten bevrijden uit het net van het kwaad. Gaat het toch eens fout, durf dan ook – net als de schippers van de Kameleon – excuus te maken en zonde te belijden. Dan mag je telkens weer genadig met een schone lei beginnen!
(Deze column is gepubliceerd in kerkblad De Regenboog van november 2011)