Koffietijd

Een grote vrachtwagen stopt bij ons voor de deur. Afgezien van de grotere transporten door de verbouwing bij de buren, is dit bij ons in de straat bijna opzienbarend. Nynke staat glunderend voor het raam maar heugt zich geen bestelling. Ik wel! Een dag geleden heb ik vijfhonderd kilo zout besteld voor de waterontharder en dat past vast niet in een busje.

Gelukkig hoeft de chauffeur niet twintig keer met een zakje zout van vijfentwintig kilo heen en weer te lopen in het druilerige weer van deze ochtend maar heeft ’ie een pallettruckje op z’n trailer. Ik wacht hem op en wijs de plek waar ik de vracht het liefst wil hebben en na wat gedraai krijgt hij dit keurig voor elkaar.

“Zin in een kop koffie?”, bied ik hem aan. In de keuken pruttelt de koffie al en dus komt hij precies op tijd. “Graag”, antwoordt de chauffeur die toevallig z’n maximale rijtijd er op heeft zitten en even verderop in de straat alvast een plekje had gezien om deze te nuttigen. “Ik breng de heftruck even terug en dan kom ik binnen.”

En zo zitten we zomaar op een doordeweekse regenachtige werkdag met een onbekende man aan tafel koffie te drinken. Hij vertelt onder meer over z’n vroege tijdstip van opstaan iedere dag, de rit die hij vandaag al heeft gemaakt en de plaatsen die hij nog moet bezoeken voordat hij weer huiswaarts kan keren.

Even konden we deze man een warme plek bieden met een heerlijke bak koffie en niet te vergeten een gezellig praatje. Hij kan weer een paar uurtjes verder en wij kunnen weer een aantal jaren vooruit. We groeten hem dan ook met ‘tot over een paar jaar’, waarna ik aan de slag kan om de voorraad een plek te geven in de kelder.