110 Klein kringetje

 

‘…één zijn met de gemeente door het luisteren naar de kerktelefoon…’

“Hoe giet it mei jo?” Ik ben bij een bewoonster van zorgcentrum ’t Suyderhuys op de kamer aan het werk met het aansluiten van een luisterkastje voor de kerktelefoon en maak tijdens de werkzaamheden even een praatje. “Och…”, antwoordt deze hoogbejaarde dame en daarbij noemt ze haar respectabele leeftijd die ik hier nu even niet noem, “ik ha der net safolle mear fan te sizzen.”

Wij mensen zijn vaak gewend om dit soort vragen te beantwoorden met goed, slecht of hoe druk we het wel niet hebben, maar deze mevrouw is heel bedachtzaam en geeft haar gemoedstoestand geen cijfer. Ze zit wat voor zich uit te staren door het raam, kan amper meer bewegen en brengt zo zittend haar dagen grotendeels helemaal alleen door.

We zeggen dan wel dat ouderdom met gebreken komt, de praktijk leert ook dat het kringetje in het leven steeds kleiner wordt. Onze gemeenteleden in ’t Suyderhuys hebben het door het wachten op de juiste verbinding al geruime tijd moeten stellen zonder kerkradio en ik merk hoe blij deze  luisteraars zijn dat de Lukas-kastjes weer werken. De dame waar ik nu ben, wil wel graag luisteren naar de opname van een vorige dienst en deze schakel ik bij haar in om vervolgens bij een andere bewoner aan de slag te gaan.

Och, wat heb ik de afgelopen weken en maanden wat telefoontjes gepleegd met providers, gesprekken gevoerd met beheerders over de voortgang van het proces rond de nieuwe verbindingen met de buitenlijn; wat komt er toch telkens weer veel kijken wanneer technieken veranderen, wat een gedoe! Oh nee, ik doe dit geenszins met tegenzin hoor, maar af en toe vond het ik het toch wel bedroevend om te zien dat deze bewoners geen deel konden nemen aan de diensten en zo toch even één te zijn met de rest van de gemeente.

Nee, alles heb ik uit liefde gedaan; om het wereldje van mijn bejaarde broeders en zusters toch weer iets groter te maken door het beluisteren van de kerkdiensten. Wat voel ik me een rijk gezegend man dat ik deze gaven en tijd heb gekregen om al deze technische beslommeringen voor deze mensen in orde te brengen. “Abba, vader U alleen doorgrondt mijn hart”, zo klinkt uit de kamer waar ik de kerkdienst heb ingeschakeld als ik even later weer bij langs kom. Met glinsterende ogen zit mijn bejaarde zuster mee te neuriën. Samen luisteren we naar de voorganger die de zegen uitspreekt en de dienst afrondt. Ik heb vandaag weer iemand blij gemaakt, dáár doe ik het voor!

(Deze column is gepubliceerd in gemeenteblad De Regenboog, november 2015)