Heb jij misschien ook een karretje of zo? Een jongedame gekleed in keurig mantelpakje vraagt aan de receptioniste van een groot kantoor om een wagentje waarmee ze de pakketten kan vervoeren waarvan ze er zojuist al vier of vijf naar de lift heeft gesjouwd. Even later is er een karretje en dat wordt vlakbij de opening gezet waar de zo meteen vertrekkende gasten langskomen.
Gezamenlijk beginnen de beide dames de rest van de manden uit de naastgelegen ruimte naar het karretje te sjouwen. Als slimme jongen bedenk ik me dat het misschien handiger zou zijn om het wagentje naar de pakketten te rijden en deze dan op te laden, en vervolgens het hele vrachtje naar de uitgang te rijden.
Omdat ik een vreemde ben en me niet aangesproken voel me er mee te bemoeien en ik me bedenk dat vrouwen van tegenwoordig zich niet zoveel meer laten vertellen, besluit ik om me stil te houden. Bij het veertiende pakketje komt er een collega van de dames uit de kantine…
Hij heeft het schouwspel waarschijnlijk ook gevolgd en mogelijk dezelfde gedachte dan ik. “Er zitten wieltjes onder die wagen hoor”, roept hij laconiek om de hoek.
– “Och ja, dat is ook zo”, reageren de werkneemsters met enige schaamte, maar ze kunnen er toch wel om lachen.
“Dat had jij ook wel even kunnen zeggen”, verwijt de oudste dame me, nog steeds een beetje lachend. “Uuh, ik zat niet op te letten”, excuseer ik mij bescheiden opstellend, terwijl ik me nu iets meer richt op de krant die ik voor me heb liggen. Domme meiden ook, denk ik, maar durf het niet luidop te zeggen, om maar niet alle vrouwen over één kam te scheren.
Het gebeurt maar al te vaak dat wij dingen signaleren zonder er iets van te zeggen. Vaak laten we mensen aanmodderen en bemoeien ons er vooral niet mee. Wat hebben we er immers mee te maken? Ik zit ook weleens in een gezelschap waar mensen een vloekwoord laten horen zonder dat ik er iets van zeg, terwijl ik toch heel goed weet dat ik als christen wel de taak heb om dit te doen. Wij mensen lopen ook maar al te vaak met een boogje om onze naaste heen waarvan we weten dat deze het moeilijk heeft of dat ze bijvoorbeeld niet meer in de kerk komen terwijl ze er eigenlijk wel horen te zijn.
Hoe groot de stap ook is, steeds vaker durf ik de laatste tijd de stoute schoenen aan te trekken en stap soms recht op het doel af. Het leuke – en daardoor juist ook het moeilijke – van dit soort stappen is dat je absoluut niet weet wat de gevolgen kunnen zijn.
Tot nu tot ben ik nog niet van de koude kermis thuisgekomen. Integendeel, het wordt juist heel erg gewaardeerd en levert telkens weer leuke en leerzame discussie en herinnering op. Trek ook eens de stoute schoenen aan maar laat u dan vooral wel leiden door het karretje van vertrouwen; het vertrouwen dat ons als christenen is beloofd in Zijn naam.