Er zijn van die dagen dat ik niet weet waar ik het moet zoeken. Vandaag was zo’n dag en nadat ik al een fikse sneeuwwandeling had gemaakt en bij thuiskomst nog steeds als een kip zonder kop door het huis liep, zakte me de moed bijna in de schoenen. Gelukkig heb ik geleerd om niet bij de pakken neer te gaan zitten en doe dat dus ook niet.
Tijdens het drinken van een kopje koffie bedenk ik dat ik maar eens een cake ga bakken. Sinds ik weet welke knop ik moet indrukken om niet alleen vonken van de cakevorm af te krijgen, heb ik zin om dit te doen. Alle ingrediënten heb ik in huis en een half uur later heb ik het beslag al bijna klaar.
Vol trots stop ik mijn kunstwerk in de oven en weer een half uur later begint het al heerlijk te ruiken in de keuken. Af en toe werp ik – toch ietwat onzeker over mijn actie – even een blik door het kijkglaasje en ja hoor, daar lijkt al iets niet helemaal goed te gaan. Blijkbaar heb ik een te kleine bakvorm gebruikt van het spul rijst aardig de pan uit.
Met nog ruim twintig minuten te gaan is de lekkernij al twee centimeter over de rand gegroeid en ik vrees dat het einde nog niet in zicht is. Qua kleur begint het er steeds meer op te lijken en dat goudbruine glansje doet me al het water in de mond lopen. Nog even met de naald er in steken om te kijken of alles okay is en dan durf ik het wel te wagen…
Rookwolken heb ik niet gezien, de geur is ook nog steeds goed en zelfs de randjes zijn nog niet zwart geblakerd. Een paar minuutjes afkoelen en dan kan de eigengemaakte creatie uit de bakvorm en kan het oordeel worden geveld. Blijkbaar is het toch niet helemaal goed gegaan, want echt solide is de koek niet, maar hij smaakt formidabel. Mijn dag kan niet meer stuk!