Feanster toer tijdens dodenherdenking in topvorm ondanks diverse gebreken

FeanstertoerP4234483
Regelmatig controleert Gooi Postma de werking van het uurwerk in de Feanster toer. Ook de klok en de klepel worden dan geïnspecteerd.

Torenwachter Gooi Postma houdt gemeenschappelijk bezit Surhuisterveen draaiende

Bim, bam, bim, bam. Met gespitste oren luistert Gooi Postma naar het luiden van de Feanster toer. Vanuit de tuin bij zijn woning aan de Van Duinenstraat in Surhuisterveen houdt hij het luiden van de klok nauwlettend in de gaten. Al meer dan tien jaar is Postma (68) verantwoordelijk voor het onderhoud van het monumentale gebouw aan het Torenplein. Hij is de man die op de achtergrond de nodige reparaties uitvoert.

Een aantal weken geleden bleef Surhuisterveen dagenlang verstoken van klokgelui. De Feanster torenwachter ontdekte dat er een relais kapot was. Na een speurtocht vond de technicus het onderdeel waardoor de storing kon worden verholpen. “It meganisme wurket no op it relais fan in waskmasine”, vertelt Gooi Postma.

De technische kennis heeft Postma opgedaan tijdens zijn werk als loodgieter en elektricien. Tot zijn 65-ste heeft hij bij diverse installatiebedrijven gewerkt. “Ik ha altiid al graach omprutse mocht mei apparaten en meganismen.” Zo repareerde hij tijdens het vervullen van zijn dienstplicht al de horloges van zijn maten. De interesse voor uurwerken is er altijd al geweest. Als kind speelde Gooi Postma al aan de voet van de Feanster toer en raakte gefascineerd door het getik van het uurwerk. Hij hoefde dan ook niet lang na te denken op het moment dat toenmalig plaatselijk belanglid Jan van der Scheer hem vroeg of hij torenwachter wilde worden.

Al vanaf het begin van zijn carrière als onderhoudsman heeft Postma te kampen met achterstallig onderhoud. De in 1934 gebouwde toren is nodig aan onderhoud toe. Omdat het gebouw op de lijst staat voor monumentenzorg is hij niet vrij om de gebreken aan te pakken. “Wy meie sels gjin ûnderhâld dwaan”, klaagt Postma. “It ienichste dat ik doch is grieme en oplaapje om de boel draaiende te hâlden.”

Als het hard regent sijpelt het hemelwater aan de binnenkant langs de muren naar beneden. Met allerlei trucjes probeert Gooi Postma de elektrische installatie vrij te houden van vocht. Want elektriciteit en water gaan niet samen en deze combinatie kan het hele mechaniek doen stilleggen. “En dat kin net hin. Want as de toer net mear draait, stiet it Fean stil.”

Er is nog meer wat nodig aan vervanging toe is. De metalen steunbalken waarop de verschillende etageplateaus rusten, zijn verrot. Ook zijn de sleepcontacten op de wijzerplaten al ver ingeslepen. “En de hoanne op de punt fan it dak stiet sa bryk as in kroade.” Bijna dagelijks gaat de wachter naar het gebouw om de troep van kraaien op te ruimen. Deze vogels proberen steeds weer grote hoeveelheden takken door de galmgaten naar binnen te werken. Langs steile trappen wringt Gooi Postma zich een weg naar boven om deze op te ruimen.

Eenmaal boven controleert hij ook even of het mechanisme dat de wijzers aandrijft nog goed geolied is. Op de terugreis inspecteert hij of de klepel nog goed vastzit in de klok. Door het regelmatige klokgelui heeft deze verbindingen veel te verduren. “De bingel is ek al ris nei ûnderen dondere”, weet Postma. “Dat ding is sa swier dat ien man ’m amper tille kin.”

Een paar dagen voorafgaand aan de dodenherdenking op 4 mei houdt Postma altijd grote schoonmaak in en rond de toren. Bij de reguliere onderhoudswerkzaamheden wil hij absoluut niemand anders in de toren hebben. “Wa’t der gjin ferstân fan hat, kin mear ferniele as dat se klearmeitsje”, aldus Postma. Toch wil de torenwachter wel dat er zo langzamerhand gekeken wordt naar en plaatsvervanger voor hem. “In jongere opfolger soe tige wolkom wêze”, zegt Postma liefdevol kijkend naar ‘zijn’ mechanismen. Dan veert hij weer op. “It is hast tolve oere, wy moat sjen dat wy hjir wei komme.” Tien minuten later staat hij thuis tevreden te luisteren naar het luiden van de klok.

FeanstertoerP4234488
Gooi Postma is in september 2003 overleden

(Dit bericht is gepubliceerd in De Feanster van 1 mei 2002)